Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlandse Gebarentaal
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Spreuken 26
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

Inhoud Spreuken

    • SPREUKEN VAN SALOMO OPGESCHREVEN DOOR HIZKIA’S MANNEN (25:1–29:27)

Spreuken 26:1

Verwijsteksten

  • +Sp 30:21, 22; Pr 10:7

Spreuken 26:2

Voetnoten

  • *

    Of mogelijk ‘zo komt een onterechte vervloeking niet uit’.

Spreuken 26:3

Voetnoten

  • *

    Of ‘roede’.

Verwijsteksten

  • +Ps 32:9
  • +Sp 27:22

Spreuken 26:4

Voetnoten

  • *

    Of ‘zodat je je niet aan hem gelijk maakt’.

Spreuken 26:5

Verwijsteksten

  • +Mt 21:23-25

Spreuken 26:6

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘geweld drinkt’.

Spreuken 26:7

Voetnoten

  • *

    Of ‘bungelend’.

Verwijsteksten

  • +Sp 17:7

Spreuken 26:8

Verwijsteksten

  • +Sp 19:10; 26:1

Spreuken 26:10

Voetnoten

  • *

    Of ‘die iedereen verwondt’.

Spreuken 26:11

Verwijsteksten

  • +2Pe 2:22

Spreuken 26:12

Verwijsteksten

  • +Sp 12:15; 1Kor 3:18; 8:2

Spreuken 26:13

Verwijsteksten

  • +Sp 22:13

Spreuken 26:14

Voetnoten

  • *

    Of ‘pengat’.

Verwijsteksten

  • +Sp 6:9; 19:15; 24:33, 34

Spreuken 26:15

Verwijsteksten

  • +Sp 19:24

Spreuken 26:17

Voetnoten

  • *

    Of mogelijk ‘zich bemoeit met’.

Verwijsteksten

  • +1Th 4:11; 1Pe 4:15

Spreuken 26:18

Voetnoten

  • *

    Of ‘en pijlen en dood’.

Spreuken 26:19

Verwijsteksten

  • +Sp 15:21

Spreuken 26:20

Verwijsteksten

  • +Sp 22:10; Jak 3:6

Spreuken 26:21

Verwijsteksten

  • +Sp 3:30; 16:28; 17:14

Spreuken 26:22

Voetnoten

  • *

    Of ‘dingen die gulzig worden ingeslikt’.

Verwijsteksten

  • +Sp 18:8

Spreuken 26:23

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘vurige lippen met’.

Verwijsteksten

  • +2Sa 20:9, 10

Spreuken 26:25

Voetnoten

  • *

    Of ‘want zijn hart is compleet walgelijk’.

Spreuken 26:27

Verwijsteksten

  • +Es 7:10; Ps 9:15; Sp 28:10; Pr 10:8

Spreuken 26:28

Verwijsteksten

  • +Sp 29:5

Algemeen

Spr. 26:1Sp 30:21, 22; Pr 10:7
Spr. 26:3Ps 32:9
Spr. 26:3Sp 27:22
Spr. 26:5Mt 21:23-25
Spr. 26:7Sp 17:7
Spr. 26:8Sp 19:10; 26:1
Spr. 26:112Pe 2:22
Spr. 26:12Sp 12:15; 1Kor 3:18; 8:2
Spr. 26:13Sp 22:13
Spr. 26:14Sp 6:9; 19:15; 24:33, 34
Spr. 26:15Sp 19:24
Spr. 26:171Th 4:11; 1Pe 4:15
Spr. 26:19Sp 15:21
Spr. 26:20Sp 22:10; Jak 3:6
Spr. 26:21Sp 3:30; 16:28; 17:14
Spr. 26:22Sp 18:8
Spr. 26:232Sa 20:9, 10
Spr. 26:27Es 7:10; Ps 9:15; Sp 28:10; Pr 10:8
Spr. 26:28Sp 29:5
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
Spreuken 26:1-28

Spreuken

26 Zoals sneeuw niet bij de zomer past en regen niet bij de oogsttijd,

zo past eer niet bij een dwaas.+

 2 Net zoals een vogel reden heeft om te vluchten en een zwaluw om te vliegen,

zo komt een vervloeking niet zonder werkelijke reden.*

 3 Een zweep is voor het paard, een toom is voor de ezel,+

en een stok* is voor de rug van de dwaas.+

 4 Antwoord een dwaas niet naar zijn dwaasheid,

anders stel je je op zijn niveau.*

 5 Antwoord een dwaas naar zijn dwaasheid,

anders denkt hij dat hij wijs is.+

 6 Als iemand die zijn eigen voeten verminkt en zichzelf schade toebrengt,*

is de man die zaken toevertrouwt aan een dwaas.

 7 Even slap* als de benen van een verlamde

is een spreuk in de mond van een dwaas.+

 8 Als iemand die een steen vastbindt aan een slinger,

is de man die eer geeft aan een dwaas.+

 9 Als een doornstruik in de hand van een dronkaard

is een spreuk in de mond van een dwaas.

10 Als een boogschutter die in het wilde weg schiet,*

is iemand die een dwaas of een voorbijganger inhuurt.

11 Zoals een hond terugkeert naar zijn braaksel,

zo herhaalt de dwaas zijn dwaasheid.+

12 Heb je een man gezien die denkt dat hij wijs is?+

Er is meer hoop voor een dwaas dan voor hem.

13 Een luiaard zegt: ‘Er is een jonge leeuw op de weg,

een leeuw op het plein!’+

14 Een deur draait op zijn scharnieren*

en de luiaard op zijn bed.+

15 De luiaard steekt zijn hand in de feestschaal

maar is te moe om hem naar zijn mond te brengen.+

16 De luiaard denkt dat hij wijzer is

dan zeven mensen die een verstandig antwoord geven.

17 Als iemand die een hond bij zijn oren grijpt,

is een voorbijganger die zich boos maakt over* een ruzie die hem niet aangaat.+

18 Zoals een waanzinnige die brandende projectielen en dodelijke pijlen* afschiet,

19 zo is de man die een ander beetneemt en zegt: ‘Het was maar een grap!’+

20 Waar geen hout is, gaat het vuur uit,

en waar geen lasteraar is, houdt ruzie op.+

21 Als houtskool op smeulende kolen en hout op het vuur

is een ruziemaker die een ruzie laat oplaaien.+

22 De woorden van een lasteraar zijn als lekkernijen*

die men graag naar binnen laat glijden, tot diep in de buik.+

23 Als zilverglazuur op een potscherf

zijn lieve woorden uit* een slecht hart.+

24 Wie anderen haat, verbloemt dat met zijn lippen,

maar in zijn binnenste schuilt bedrog.

25 Al praat hij vriendelijk, vertrouw hem niet,

want in zijn hart huizen zeven walgelijke dingen.*

26 Hoewel bedrog zijn haat verhult,

zal zijn slechtheid onthuld worden in de gemeente.

27 Wie een kuil graaft valt er zelf in

en wie een steen wegrolt wordt er zelf door getroffen.+

28 De leugentong haat de mensen die hij verplettert

en een vleiende mond is verwoestend.+

Publicaties voor de Nederlandse Gebarentaal (2000-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlandse Gebarentaal
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen