Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlandse Gebarentaal
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Spreuken 30
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

Inhoud Spreuken

      • WOORDEN VAN AGUR (1-33)

        • Geef me geen armoede of rijkdom (8)

        • Dingen die nooit worden verzadigd (15, 16)

        • Dingen die geen spoor nalaten (18, 19)

        • Overspelige vrouw (20)

        • Instinctief wijze dieren (24)

Spreuken 30:2

Verwijsteksten

  • +Job 42:3

Spreuken 30:4

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘opgericht’.

Verwijsteksten

  • +Jo 3:13
  • +Jes 40:12
  • +Job 38:4

Spreuken 30:5

Verwijsteksten

  • +Ps 12:6
  • +Ge 15:1; 2Sa 22:31; Ps 84:11

Spreuken 30:6

Verwijsteksten

  • +De 4:2; Opb 22:18

Spreuken 30:8

Verwijsteksten

  • +Sp 12:22
  • +Mt 6:11; 1Ti 6:8

Spreuken 30:9

Voetnoten

  • *

    Of ‘en me vergrijp aan’.

Verwijsteksten

  • +De 6:10-12

Spreuken 30:10

Verwijsteksten

  • +Da 6:24

Spreuken 30:11

Verwijsteksten

  • +Le 20:9; Sp 19:26; Mr 7:10, 11

Spreuken 30:12

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘uitwerpselen’.

Verwijsteksten

  • +Ps 36:1, 2; Jes 65:5; 1Jo 1:8

Spreuken 30:13

Verwijsteksten

  • +Ps 101:5; Sp 6:16, 17

Spreuken 30:14

Verwijsteksten

  • +Ps 14:4; Sp 22:16; Jes 32:7

Spreuken 30:16

Voetnoten

  • *

    Of ‘Sjeool’, het collectieve graf van de mensheid. Zie Woordenlijst.

Verwijsteksten

  • +Sp 27:20

Spreuken 30:17

Voetnoten

  • *

    Of ‘de wadi’.

Verwijsteksten

  • +Sp 23:22
  • +Le 20:9; De 21:18, 21; Sp 20:20

Spreuken 30:18

Voetnoten

  • *

    Of ‘te wonderlijk voor mij zijn’.

Spreuken 30:20

Verwijsteksten

  • +Sp 7:10, 11

Spreuken 30:22

Verwijsteksten

  • +Sp 19:10; Pr 10:7; Jes 3:4

Spreuken 30:23

Voetnoten

  • *

    Of ‘onbeminde’.

  • *

    Of ‘haar meesteres verdringt’.

Verwijsteksten

  • +Ge 16:5

Spreuken 30:24

Voetnoten

  • *

    Of ‘buitengewoon’.

Verwijsteksten

  • +Job 35:11

Spreuken 30:25

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘een volk, niet sterk’.

Verwijsteksten

  • +Sp 6:6-8

Spreuken 30:26

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘een volk, niet machtig’.

Verwijsteksten

  • +Le 11:5
  • +Ps 104:18

Spreuken 30:27

Voetnoten

  • *

    Of ‘in groepen verdeeld’.

Verwijsteksten

  • +Ex 10:14; Joë 1:4
  • +Joë 2:7

Spreuken 30:28

Verwijsteksten

  • +Le 11:29, 30

Spreuken 30:30

Verwijsteksten

  • +Nu 23:24; Jes 31:4

Spreuken 30:32

Verwijsteksten

  • +Sp 26:12
  • +Sp 27:2

Spreuken 30:33

Verwijsteksten

  • +Sp 26:21

Algemeen

Spr. 30:2Job 42:3
Spr. 30:4Jo 3:13
Spr. 30:4Jes 40:12
Spr. 30:4Job 38:4
Spr. 30:5Ps 12:6
Spr. 30:5Ge 15:1; 2Sa 22:31; Ps 84:11
Spr. 30:6De 4:2; Opb 22:18
Spr. 30:8Sp 12:22
Spr. 30:8Mt 6:11; 1Ti 6:8
Spr. 30:9De 6:10-12
Spr. 30:10Da 6:24
Spr. 30:11Le 20:9; Sp 19:26; Mr 7:10, 11
Spr. 30:12Ps 36:1, 2; Jes 65:5; 1Jo 1:8
Spr. 30:13Ps 101:5; Sp 6:16, 17
Spr. 30:14Ps 14:4; Sp 22:16; Jes 32:7
Spr. 30:16Sp 27:20
Spr. 30:17Sp 23:22
Spr. 30:17Le 20:9; De 21:18, 21; Sp 20:20
Spr. 30:20Sp 7:10, 11
Spr. 30:22Sp 19:10; Pr 10:7; Jes 3:4
Spr. 30:23Ge 16:5
Spr. 30:24Job 35:11
Spr. 30:25Sp 6:6-8
Spr. 30:26Le 11:5
Spr. 30:26Ps 104:18
Spr. 30:27Ex 10:14; Joë 1:4
Spr. 30:27Joë 2:7
Spr. 30:28Le 11:29, 30
Spr. 30:30Nu 23:24; Jes 31:4
Spr. 30:32Sp 26:12
Spr. 30:32Sp 27:2
Spr. 30:33Sp 26:21
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
Spreuken 30:1-33

Spreuken

30 De gewichtige boodschap in de woorden van A̱gur, de zoon van Ja̱ke, die hij sprak tot I̱thiël, tot I̱thiël en U̱chal.

 2 Ik ben dommer dan ieder ander+

en ik mis het verstand dat een mens moet hebben.

 3 Ik heb geen wijsheid geleerd

en ik heb geen kennis van de Allerheiligste.

 4 Wie is naar de hemel opgestegen en weer neergedaald?+

Wie heeft de wind verzameld in de palm van zijn handen?

Wie heeft de wateren in zijn mantel gewikkeld?+

Wie heeft alle einden van de aarde bepaald?*+

Wat is zijn naam en de naam van zijn zoon — als je het weet?

 5 Elk woord van God is gelouterd.+

Hij is een schild voor wie bescherming bij hem zoekt.+

 6 Voeg niets aan zijn woorden toe,+

anders wijst hij je terecht

en blijk je een leugenaar.

 7 Twee dingen vraag ik van u.

Weiger ze mij niet voordat ik sterf.

 8 Houd onwaarheid en leugens ver van mij.+

Geef me geen armoede en ook geen rijkdom.

Laat me slechts mijn portie voedsel eten,+

 9 anders zou ik misschien verzadigd raken en u verloochenen en zeggen: ‘Wie is Jehovah?’+

Laat ook niet toe dat ik arm word, ga stelen en de naam van mijn God te schande maak.*

10 Belaster een slaaf niet bij zijn meester,

anders zal hij je vervloeken en word je schuldig bevonden.+

11 Er is een generatie die haar vader vervloekt

en haar moeder niet zegent.+

12 Er is een generatie die zuiver is in haar eigen ogen+

maar die niet gereinigd is van haar vuiligheid.*

13 Er is een generatie met trotse ogen,

met zo’n arrogante blik in de ogen!+

14 Er is een generatie met tanden als zwaarden

en met kaken als slachtmessen.

Ze verslinden de zwakken van de aarde

en de armen van de mensheid.+

15 De bloedzuigers hebben twee dochters die roepen ‘geef, geef’.

Er zijn drie dingen die niet worden verzadigd,

vier die nooit zeggen ‘genoeg’:

16 het Graf*+ en een onvruchtbare moederschoot,

een land met gebrek aan water

en vuur dat nooit zegt ‘genoeg’.

17 Het oog dat een vader bespot en gehoorzaamheid aan een moeder veracht,+

zal door de raven van het dal* worden uitgepikt

en door de jonge arenden worden opgegeten.+

18 Er zijn drie dingen die mijn begrip te boven gaan,*

vier die ik niet begrijp:

19 de weg van een arend door de lucht,

de weg van een slang over een rots,

de weg van een schip op open zee

en de weg van een man bij een jonge vrouw.

20 Dit is de weg van een overspelige vrouw:

ze eet en veegt haar mond af

en zegt dan: ‘Ik heb niets verkeerds gedaan.’+

21 Er zijn drie dingen die de aarde laten schudden,

vier die ze niet kan verdragen:

22 een slaaf die regeert als koning,+

een dwaas die zich volpropt met eten,

23 een gehate* vrouw die tot echtgenote wordt genomen

en een slavin die de plaats inneemt van haar meesteres.*+

24 Vier dingen horen bij de kleinste op aarde,

maar ze zijn instinctief* wijs:+

25 Mieren zijn geen sterke dieren,*

maar in de zomer zorgen ze al voor voedsel.+

26 Klipdassen+ zijn geen krachtige dieren,*

maar ze maken hun huis in de rotsen.+

27 Sprinkhanen+ hebben geen koning,

maar ze trekken allemaal in slagorde* op.+

28 De gekko+ hecht zich met zijn poten vast

en loopt zo het paleis van een koning in.

29 Er zijn er drie die een imposante tred hebben,

vier die imposant voortschrijden:

30 de leeuw, de machtigste onder de dieren,

die voor niemand terugdeinst,+

31 de windhond, de geitenbok

en een koning aan het hoofd van zijn leger.

32 Als je zo dwaas bent jezelf te verheffen+

of als je dat van plan bent,

leg dan je hand op je mond.+

33 Want als je melk karnt krijg je boter,

als je op de neus slaat krijg je bloed

en als je woede opstookt krijg je ruzie.+

Publicaties voor de Nederlandse Gebarentaal (2000-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlandse Gebarentaal
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen