Psalmen
3 Want hij bevrijdt je uit het net van de vogelvanger,
hij redt je van verwoestende ziekte.
Zijn trouw+ is een groot schild+ en een beschermende muur.*
5 Je zult niet bang zijn voor het onheil van de nacht,+
voor de vliegende pijl overdag,+
6 voor de ziekte die rondwaart in het donker,
voor de verwoesting die toeslaat midden op de dag.
8 Met je ogen zul je alleen toekijken,
je zult getuige zijn als de slechten worden gestraft.*
10 Daarom zal geen ellende je overkomen,+
zal geen plaag bij je tent komen.
13 De jonge leeuw en de cobra zul je vertrappen,
de leeuw met manen en de grote slang zul je vermorzelen.+
14 God zei: ‘Omdat hij aan mij gehecht is, zal ik hem redden.+
Ik zal hem beschermen omdat hij mijn naam kent.*+
15 Hij zal mij aanroepen en ik zal hem antwoorden.+
Ik zal met hem zijn in nood.+
Ik zal hem redden en hem eren.