Van de gevangenschap in Babylon tot de herbouw van de muren van Jeruzalem

Tijdens de gevangenschap in Babylon werden de Israëlieten vaak op hun geloof beproefd. Sadrach, Mesach en Abednego werden in een gloeiendhete oven geworpen, maar God bracht hen er levend uit. Later, nadat Babylon door de Meden en Perzen was veroverd, werd Daniël in een leeuwekuil geworpen, maar God beschermde ook hem door de muil van de leeuwen toe te sluiten.

Ten slotte werden de Israëlieten door de Perzische koning Cyrus bevrijd. Precies 70 jaar nadat zij als gevangenen naar Babylon waren gevoerd, keerden zij naar hun land terug. Zodra zij in Jeruzalem waren, begonnen zij met de bouw van Jehovah’s tempel. Maar vijanden maakten al gauw een eind aan hun werk. Daarom kwam de tempel pas ongeveer 22 jaar na hun terugkeer naar Jeruzalem klaar.

Dan vernemen wij hoe Ezra naar Jeruzalem terugkeert om de tempel te verfraaien. Dat gebeurde ongeveer 47 jaar nadat de tempel klaar was. Vervolgens, 13 jaar na Ezra’s reis, hielp Nehemía de omvergehaalde muren van Jeruzalem weer op te bouwen. In deel VIJF wordt dus 152 jaar geschiedenis behandeld.