Jehovah’s hand is nooit te kort

1. Hoe toonde Mozes vertrouwen in Jehovah toen hij de Israëlieten uit Egypte leidde?

IN Hebreeën worden heel wat personen genoemd met een sterk geloof. Eén van hen was Mozes (Hebr. 3:2-5; 11:23-25). Hij toonde geloof toen hij de Israëlieten uit Egypte leidde. Hij liet zich niet intimideren door de farao en zijn leger. Vol vertrouwen in Jehovah leidde hij het volk door de Rode Zee en later door de woestijn (Hebr. 11:27-29). De meeste Israëlieten gingen twijfelen of Jehovah voor ze kon zorgen, maar Mozes bleef op hem vertrouwen. En zijn vertrouwen werd niet beschaamd, want Jehovah voorzag het volk op wonderbaarlijke manier van voedsel en water om de dorre woestijn te overleven (Ex. 15:22-25; Ps. 78:23-25).

2. Waarom vroeg Jehovah aan Mozes: ‘Is de hand van Jehovah soms te kort?’ (Numeri 11:21-23)

² Ongeveer een jaar na Israëls wonderbare bevrijding had Mozes ondanks zijn sterke geloof twijfels over Jehovah’s vermogen om zijn volk vlees te geven. Hij kon zich niet voorstellen hoe Jehovah voor genoeg vlees zou zorgen om miljoenen mensen in een verlaten woestijn tevreden te stellen. Hoe reageerde Jehovah? Hij vroeg aan Mozes: ‘Is de hand van Jehovah soms te kort?’ (Lees Numeri 11:21-23.) De uitdrukking ‘de hand van Jehovah’ duidt hier op zijn heilige geest, zijn kracht in actie. In feite vroeg Jehovah: denk je echt dat ik niet kan doen wat ik zeg?

3. Waarom is wat Mozes en de Israëlieten meemaakten interessant voor ons?

³ Heb jij weleens getwijfeld of Jehovah in de basisbehoeften van jou en je gezin zal voorzien? Laten we eens onderzoeken waarom Mozes en de Israëlieten geen vertrouwen hadden in Jehovah’s vermogen om voor ze te zorgen. We zullen stilstaan bij Bijbelse principes die je helpen te werken aan het vertrouwen dat Jehovah’s hand nooit te kort is.

MOZES EN DE ISRAËLIETEN

4. Waardoor zijn velen misschien gaan twijfelen aan Jehovah’s zorg?

⁴ Toen de Israëlieten Egypte verlieten om naar het beloofde land te gaan, trok ‘een grote groep’ niet-Israëlieten met ze mee. Inmiddels waren ze al een tijdje in de grote woestijn (Ex. 12:38; Deut. 8:15). De niet-Israëlieten werden het zat manna te eten en begonnen te klagen. Veel Israëlieten sloten zich bij hen aan (Num. 11:4-6). Het volk verlangde naar het voedsel dat ze in Egypte hadden. Kennelijk dacht Mozes, die de druk van het volk voelde, dat hij er zelf voor moest zorgen (Num. 11:13, 14).

5-6. Wat kunnen we leren van de invloed die de niet-Israëlieten op de Israëlieten hadden?

⁵ De niet-Israëlieten waren ondankbaar, en kennelijk was hun houding van invloed op de Israëlieten. Hetzelfde kan ons overkomen. Je kunt beïnvloed worden door de ondankbare houding van anderen en ontevreden worden over wat Jehovah je geeft. Het kan zijn dat je gaat missen wat je vroeger had of dat je jaloers wordt op wat anderen hebben. Maar je zult gelukkiger zijn als je leert ongeacht je omstandigheden tevreden te zijn met wat je hebt.

⁶ De Israëlieten hadden moeten terugdenken aan wat Jehovah had gezegd. Hij zou ze overvloed geven als ze hun nieuwe woonplaats bereikten. Die belofte zou uitkomen in het beloofde land, niet op hun tocht door de woestijn. De les? Focus niet op wat je misloopt in deze wereld maar op wat Jehovah je heeft beloofd voor de nieuwe wereld. En mediteer over Bijbelteksten die je helpen meer op Jehovah te vertrouwen.

7. Waarom kun je er zeker van zijn dat Jehovah’s hand niet te kort is?

⁷ Je kunt je afvragen waarom Jehovah Mozes vroeg of zijn hand ‘te kort’ was. Misschien wilde Jehovah Mozes helpen niet alleen na te denken over hoe groot de macht van zijn hand is, maar ook hoe ver die reikt. Zelfs ergens in een woestijn, ver van de bewoonde wereld, kon Jehovah voor meer dan genoeg vlees zorgen. Hij toonde zijn macht met ‘een sterke hand en een uitgestrekte arm’ (Ps. 136:11, 12). Als je moeilijkheden meemaakt, kun je er dus zeker van zijn dat Jehovah’s hand ver genoeg reikt om jou persoonlijk te helpen (Ps. 138:6, 7).

8. Hoe voorkom je dat je dezelfde fout maakt als veel Israëlieten in de woestijn? (Zie ook de afbeelding.)

⁸ Zoals beloofd, zorgde Jehovah voor vlees. Hij gaf de Israëlieten heel veel kwartels. Helaas bedankten ze Jehovah niet voor dat wonder. In plaats daarvan werden velen inhalig. Ze probeerden zo veel mogelijk kwartels te verzamelen en gingen daar zelfs ’s nachts mee door. Jehovah was woedend op degenen ‘die blijk hadden gegeven van gulzigheid’ en strafte ze (Num. 11:31-34). De les? Pas op dat je niet hebberig wordt. Of je nu veel of weinig hebt, verzamel ‘schatten in de hemel’ door te werken aan je vriendschap met Jehovah en Jezus (Matth. 6:19, 20; Luk. 16:9). Als je daar prioriteit aan geeft, kun je er zeker van zijn dat Jehovah voor je zal zorgen.

9. Welk vertrouwen kun je hebben?

⁹ Ook in deze tijd reikt Jehovah zijn volk de helpende hand. Wil dat zeggen dat je nooit financiële problemen zult hebben of honger zult lijden? Nee. Maar je kunt erop vertrouwen dat Jehovah je nooit in de steek laat. Hij geeft je de kracht om moeilijke tijden door te komen. Hoe kun je vertrouwen tonen in Jehovah’s vermogen om te voorzien in wat je nodig hebt? Laten we eens kijken naar twee situaties: (1) als je financiële problemen hebt en (2) als je zorgen hebt over je oude dag.

FINANCIËLE PROBLEMEN

10. Met welke financiële problemen kun je te maken krijgen?

¹⁰ We kunnen verwachten dat economische problemen toenemen naarmate het einde dichterbij komt. Door politieke onrust, gewapende conflicten, natuurrampen of een volgende pandemie kun je voor onverwachte uitgaven komen te staan of zelfs je baan, je bezittingen of je huis verliezen. Misschien moet je ander werk zoeken of naar een ander gebied verhuizen om je gezin te kunnen onderhouden. Wat kan je helpen beslissingen te nemen waaruit je vertrouwen in Jehovah’s hand blijkt?

11. Wat kan je helpen met financiële problemen om te gaan? (Lukas 12:29-31)

¹¹ Wat is het eerste en beste dat je kunt doen als je zorgen hebt? Praat er met Jehovah over (Spr. 16:3). Vraag hem om de wijsheid om goede beslissingen te nemen en om een kalm hart zodat je niet ‘angstig en bezorgd’ zult zijn. (Lees Lukas 12:29-31.) Bid of hij je helpt tevreden te zijn met de basisbehoeften (1 Tim. 6:7, 8). Zoek artikelen op met suggesties over wat je kunt doen als je financiële problemen hebt. Velen zijn geholpen door wat ze hierover op jw.org hebben gevonden.

12. Welke vragen kunnen iemand helpen tot een beslissing te komen die het beste is voor zijn gezin?

¹² Sommigen hebben ervoor gekozen een baan aan te nemen waarvoor ze moesten verhuizen en hun gezin moesten achterlaten. Maar dat is vaak een onverstandige beslissing gebleken. Denk dus voordat je een andere baan aanneemt niet alleen aan de financiële voordelen maar ook aan de geestelijke kosten (Luk. 14:28). Vraag je af: Welke invloed zal het op mijn huwelijk hebben als ik ver bij mijn partner vandaan woon? Welke invloed zal het hebben op mijn dienst en mijn omgang met broeders en zusters? En als je kinderen hebt, is er nog een belangrijke vraag om over na te denken: hoe ga ik ze ‘met de correctie en de vermaningen van Jehovah’ opvoeden als ik niet thuis ben? (Ef. 6:4) Laat je leiden door wat Jehovah denkt, niet door wat familie of vrienden zonder respect voor Bijbelse principes ervan vinden.a Tony, die in een land in West-Azië woont, kreeg meerdere goede aanbiedingen voor een baan in het buitenland. Maar nadat hij erover had gebeden en het met zijn vrouw had besproken, besloot hij de aanbiedingen af te slaan en te proberen de gezinsuitgaven te verminderen. Nu zegt Tony: ‘Ik heb het voorrecht gehad verschillende mensen te helpen Jehovah te leren kennen. En onze kinderen houden van de waarheid. Het hele gezin heeft geleerd dat Jehovah voor ons zal zorgen zolang we doen wat Jezus in Mattheüs 6:33 zei.’

ZORGEN OVER JE OUDE DAG

13. Wat kun je nu al doen om voor je oude dag te zorgen?

¹³ Je vertrouwen in Jehovah’s hand kan ook op de proef worden gesteld als je denkt aan je situatie op je oude dag. De Bijbel moedigt je aan hard te werken zodat je iets hebt voor later (Spr. 6:6-11). Het is verstandig om als het kan wat voor de toekomst opzij te leggen. Geld biedt tenslotte enige bescherming (Pred. 7:12). Maar voorkom dat materiële dingen het belangrijkste in je leven worden.

14. Waarom moet je Hebreeën 13:5 voor ogen houden als je voorbereidingen treft voor je oude dag?

¹⁴ Jezus liet uitkomen hoe dwaas iemand is als hij geld opspaart ‘maar niet rijk is bij God’ (Luk. 12:16-21). Niemand weet hoe zijn leven er morgen uitziet (Spr. 23:4, 5; Jak. 4:13-15). Bovendien zei Jezus dat je bereid moet zijn al je bezittingen ‘op te geven’ om hem te volgen (Luk. 14:33). In de eerste eeuw behielden christenen in Judea hun vreugde toen ze zo’n verlies leden (Hebr. 10:34). In deze tijd hebben veel broeders en zusters hun financiële zekerheid moeten opofferen omdat ze politiek neutraal wilden blijven (Openb. 13:16, 17). Maar ze konden dat doen omdat ze het volste vertrouwen hadden in Jehovah’s belofte: ‘Ik zal je nooit in de steek laten en ik zal je nooit verlaten.’ (Lees Hebreeën 13:5.) Doe dus wat je kunt om je financieel op je oude dag voor te bereiden maar vertrouw op Jehovah’s steun als er onverwachte dingen gebeuren.

15. Welke evenwichtige kijk moeten christelijke ouders hebben? (Zie ook de afbeelding.)

¹⁵ In sommige culturen stichten mensen een gezin zodat hun kinderen ze kunnen onderhouden als ze zelf op leeftijd zijn. In zekere zin bezien ze hun kinderen als ‘oudedagsvoorziening’. Maar volgens de Bijbel zijn het de ouders die in de behoeften van hun kinderen moeten voorzien (2 Kor. 12:14). Natuurlijk kan het zijn dat ouders praktische hulp nodig hebben naarmate ze ouder worden, en vaak zullen hun kinderen daar graag voor zorgen (1 Tim. 5:4). Maar christelijke ouders beseffen wat de meeste vreugde geeft: kinderen opvoeden als aanbidders van Jehovah, niet als financiële voorziening voor de oude dag (3 Joh. 4).

16. Hoe kunnen ouders hun kinderen leren op eigen benen te staan? (Efeziërs 4:28)

¹⁶ Kinderen moeten leren op eigen benen te staan. Je kunt ze daarbij helpen door ze met je voorbeeld te leren op Jehovah te vertrouwen. Laat ze al op jonge leeftijd zien dat het goed is hard te werken (Spr. 29:21; lees Efeziërs 4:28). Motiveer ze hun best te doen op school. En doe nazoekwerk om Bijbelse principes te vinden die je kinderen helpen verstandige keuzes te maken als het gaat om opleiding. Je kinderen zullen dan in staat zijn zichzelf te onderhouden terwijl ze doen wat ze kunnen in Jehovah’s dienst.

17. Waar kun je zeker van zijn?

¹⁷ Trouwe aanbidders van Jehovah kunnen erop rekenen dat hij in hun basisbehoeften kan en wil voorzien. Hoe dichter we bij het einde komen, hoe meer we op Jehovah zullen moeten vertrouwen. Twijfel er dus nooit aan dat Jehovah je zal geven wat je nodig hebt, wat er ook gebeurt. En wees er zeker van dat zijn sterke hand en zijn uitgestrekte arm nooit te kort zullen zijn om je te bereiken.