zaterdag 16 augustus
Hij zal je een stevig fundament geven. — 1 Petr. 5:10.
Doe een eerlijk zelfonderzoek om te zien wat je zwakke punten zijn. Maar raak niet ontmoedigd. ‘De Heer is goed’ en hij zal je helpen om te groeien (1 Petr. 2:3). Petrus geeft de verzekering: ‘God zal (...) zelf je opleiding voltooien. Hij zal je standvastig maken.’ Petrus had ooit het gevoel dat hij het niet waard was in de buurt van Gods Zoon te zijn (Luk. 5:8). Maar met de liefdevolle steun van Jehovah en Jezus hield Petrus vol als volgeling van Christus. Zo mocht hij van Jehovah ‘toegang krijgen tot het eeuwige Koninkrijk van onze Heer en Redder Jezus Christus’ (2 Petr. 1:11). Wat een beloning! Houd dus net als Petrus vol en laat je door Jehovah opleiden. Dan zul jij ook eeuwig leven krijgen. Dan ‘bereik je het doel van je geloof: je redding’ (1 Petr. 1:9). w23.09 31 ¶16-17
zondag 17 augustus
Aanbid hem die de hemel en de aarde heeft gemaakt. — Openb. 14:7.
De tabernakel had één voorhof: een omheinde, open ruimte waar de priesters hun taken uitvoerden. In het voorhof stond het grote koperen brandofferaltaar en ook een koperen wasbekken met water waarmee de priesters zich reinigden voordat ze hun heilige dienst deden (Ex. 30:17-20; 40:6-8). De gezalfde broeders van Jezus doen op aarde trouw dienst in het binnenste voorhof van de geestelijke tempel. Het grote waterbekken is voor hen, net als voor alle christenen, een belangrijke herinnering om moreel en geestelijk rein te blijven. Waar aanbidt de ‘grote menigte’ Jehovah? Johannes zag dat ze ‘voor de troon staan’ en ‘dag en nacht heilige dienst voor hem doen in zijn tempel’. Ze doen dat hier op aarde in wat overeenkomt met het buitenste voorhof (Openb. 7:9, 13-15). Wat zijn we dankbaar dat we een plek hebben in Jehovah’s regeling voor zuivere aanbidding! w23.10 28 ¶15-16
maandag 18 augustus
Vanwege Gods belofte kreeg hij kracht door zijn geloof. — Rom. 4:20.
Jehovah kan je kracht geven via de ouderlingen (Jes. 32:1, 2). Dus als je bezorgd bent, praat er dan met een ouderling over. En als ze je hulp bieden, neem die dan dankbaar aan. Via hen kan Jehovah je sterk maken. Ook de Bijbelse hoop kan je veel kracht geven (Rom. 4:3, 18, 19). Je hebt het vooruitzicht eeuwig te leven in een paradijs op aarde of in het hemelse Koninkrijk. Je hoop geeft je de kracht om beproevingen te doorstaan, het goede nieuws te prediken en je in te zetten in de gemeente (1 Thess. 1:3). Dezelfde hoop sterkte ook de apostel Paulus. Hij was soms ‘ten einde raad’. Hij werd ‘zwaar onder druk gezet’, ‘vervolgd’ en ‘neergeslagen’. Soms was zelfs zijn leven in gevaar (2 Kor. 4:8-10). Paulus kreeg de kracht om vol te houden door zich op zijn hoop te focussen (2 Kor. 4:16-18). Hij was gefocust op de toekomst, op eeuwig leven in de hemel. Door over die hoop te mediteren voelde hij zich ‘van dag tot dag vernieuwd’. w23.10 15-16 ¶14-17