Psalmen
Voor de koorleider. Van de zonen van Korach.+ Een psalm.
47 Klap in de handen, alle volken.
Juich God in triomf toe met vreugdekreten.
2 Want Jehovah, de Allerhoogste, is ontzagwekkend.+
Hij is de grote Koning over de hele aarde.+
3 Hij onderwerpt volken aan ons,
legt naties aan onze voeten.+
5 Onder gejuich steeg God op,
bij hoorngeschal* steeg Jehovah op.
6 Zing God lof toe,* zing lofzangen.
Zing onze Koning lof toe, zing lofzangen.
7 Want God is Koning over de hele aarde,+
zing lofzangen en toon inzicht.
8 God is Koning geworden over de volken.+
God zit op zijn heilige troon.
9 De leiders van de volken zijn bijeengekomen
met het volk van de God van Abraham.
Want de leiders* van de aarde behoren aan God toe.
Hij is hoog verheven.+