STUDIEARTIKEL 35
LIED 43 Waak en bid, sta vast, wordt machting
Hulp voor degenen die uit de gemeente zijn verwijderd
‘Er is in de hemel meer vreugde over één zondaar die berouw heeft dan over 99 rechtvaardigen die geen berouw nodig hebben.’ — LUK. 15:7.
FOCUS
Waarom sommigen uit de gemeente moeten worden verwijderd en hoe de ouderlingen ze kunnen helpen berouw te krijgen en weer Jehovah’s goedkeuring te hebben.
1-2. (a) Wat vindt Jehovah van opzettelijke zonde? (b) Wat hoopt Jehovah dat kwaaddoeners zullen doen?
JEHOVAH is geen God die zomaar alles accepteert. Hij tolereert geen zonde (Ps. 5:4-6). Hij verwacht dat we leven naar zijn rechtvaardige normen, die hij voor ons in zijn Woord heeft vastgelegd. Natuurlijk verwacht Jehovah van onvolmaakte mensen geen volmaaktheid (Ps. 130:3, 4). Tegelijkertijd tolereert hij geen ‘goddeloze mensen’ die zijn ‘onverdiende goedheid (...) gebruiken als een excuus voor schaamteloos gedrag’ (Jud. 4). De Bijbel spreekt zelfs over ‘de vernietiging van de goddelozen’ in Gods oorlog van Armageddon (2 Petr. 3:7; Openb. 16:16).
2 Maar Jehovah wil niet dat er iemand vernietigd wordt. Zoals we in deze serie artikelen hebben gezien, maakt de Bijbel duidelijk wat hij wil: ‘dat iedereen berouw krijgt’ (2 Petr. 3:9). Ouderlingen volgen Jehovah na door kwaaddoeners geduldig te helpen tot inkeer te komen en weer zijn goedkeuring te krijgen. Maar niet alle kwaaddoeners reageren positief (Jes. 6:9). Soms gaat iemand door met het verkeerde gedrag ook al proberen de ouderlingen hem herhaaldelijk tot berouw te brengen. Wat moet er in zo’n situatie gebeuren?
‘VERWIJDER WIE KWAAD DOET’
3. (a) Wat moet er volgens de Bijbel gebeuren met zondaars die geen berouw hebben? (b) Waarom kun je zeggen dat een kwaaddoener er in zekere zin voor kiest uit de gemeente te worden verwijderd?
3 Als een kwaaddoenera geen berouw heeft, hebben de ouderlingen geen andere keus dan de instructie uit 1 Korinthiërs 5:13 op te volgen: ‘Verwijder wie kwaad doet uit jullie midden.’ In zekere zin is dat een consequentie waar hij voor kiest. Hij oogst wat hij zelf heeft gezaaid (Gal. 6:7). Waarom kunnen we dat zeggen? Omdat hij niet goed reageert op de herhaalde pogingen van de ouderlingen om hem tot berouw te brengen (2 Kon. 17:12-15). Uit zijn daden blijkt dat hij ervoor heeft gekozen zich niet aan Jehovah’s normen te houden (Deut. 30:19, 20).
4. Waarom wordt er een mededeling gedaan als een berouwloze kwaaddoener uit de gemeente wordt verwijderd?
4 Als een berouwloze kwaaddoener uit de gemeente wordt verwijderd, wordt er een mededeling gedaan om de gemeente te laten weten dat hij niet langer een van Jehovah’s Getuigen is.b De mededeling wordt niet gedaan om de kwaaddoener te vernederen maar zodat de gemeente het Bijbelse gebod kan opvolgen ‘niet meer om te gaan’ en ‘zelfs niet te eten’ met zo iemand (1 Kor. 5:9-11). Die instructie is niet voor niets gegeven. Paulus schreef dat ‘door een beetje zuurdesem het hele deeg gaat gisten’ (1 Kor. 5:6). Berouwloze kwaaddoeners kunnen anderen ontmoedigen die wél proberen naar Jehovah’s rechtvaardige normen te leven (Spr. 13:20; 1 Kor. 15:33).
5. Hoe moet je iemand bezien die uit de gemeente is verwijderd, en waarom?
5 Hoe moet je iemand die uit de gemeente wordt verwijderd bezien? Hoewel je geen gezellige omgang met hem hebt, moet je hem bezien als een verloren schaap, geen verloren zaak. Een schaap dat van de kudde is afgedwaald, kan nog terugkeren. Vergeet niet dat het verloren schaap zich aan Jehovah heeft opgedragen. Helaas komt hij zijn opdrachtsgelofte op dit moment niet na, en dat brengt hem in gevaar (Ezech. 18:31). Maar zolang Jehovah nog barmhartigheid toont, bestaat er hoop dat hij terugkeert. Hoe laten de ouderlingen zich door die hoop leiden als iemand uit de gemeente is verwijderd?
HOE DE OUDERLINGEN HELPEN
6. Welke hulp bieden de ouderlingen aan iemand die uit de gemeente is verwijderd?
6 Wordt iemand die uit de gemeente is verwijderd aan zichzelf overgelaten? Moet hij in z’n eentje weer de weg naar Jehovah vinden? Absoluut niet. Als het comité van ouderlingen een berouwloze kwaaddoener vertelt dat hij uit de gemeente wordt verwijderd, leggen ze hem uit wat hij moet doen om naar de gemeente terug te keren. Maar de ouderlingen zullen nog meer doen. In de meeste gevallen vertellen ze hem dat ze na een paar maanden weer met hem willen samenkomen om te zien of zijn houding veranderd is. Als hij daarvoor openstaat, zullen ze er tijdens het volgende gesprek vriendelijk bij hem op aandringen berouw te hebben en terug te keren. En als zijn houding dan niet is veranderd, zullen de ouderlingen toch moeite blijven doen om periodiek contact met hem op te nemen.
7. Hoe volgen de ouderlingen Jehovah’s medegevoel na als iemand uit de gemeente is verwijderd? (Jeremia 3:12)
7 De ouderlingen proberen Jehovah na te volgen, die medegevoel heeft met iemand die uit de gemeente is verwijderd. Jehovah wachtte bijvoorbeeld niet tot de opstandige Israëlieten de eerste stap deden. Hij nam zelf het initiatief, ook al hadden ze nog geen enkel teken van berouw vertoond. Zoals we in het tweede artikel in deze serie hebben gezien, illustreerde Jehovah zijn medegevoel door Hosea op te dragen zich te verzoenen met zijn vrouw, die nog steeds een zondig leven leidde (Hos. 3:1; Mal. 3:7). Net als Jehovah willen ouderlingen oprecht dat een kwaaddoener terugkeert, en ze zullen het hem niet moeilijk maken dat te doen. (Lees Jeremia 3:12.)
8. Wat leert Jezus’ gelijkenis van de verloren zoon ons over Jehovah’s medegevoel en barmhartigheid? (Lukas 15:7)
8 Denk nog eens aan Jezus’ gelijkenis van de verloren zoon, die in het tweede artikel aan bod kwam. Wat deed de vader zodra hij zijn zoon zag aankomen? ‘Hij rende naar zijn zoon toe, omhelsde hem en kuste hem teder’ (Luk. 15:20). De vader wachtte dus niet tot zijn zoon om vergeving smeekte maar nam het initiatief, zoals elke vader die van zijn zoon houdt zou hebben gedaan. De ouderlingen proberen net zo’n houding aan te nemen tegenover degenen die zijn afgedwaald. Ze willen dat die verloren schapen weer ‘thuiskomen’ (Luk. 15:22-24, 32). Als een zondaar terugkeert, is er vreugde in de hemel maar ook op aarde! (Lees Lukas 15:7.)
9. Waartoe moedigt Jehovah zondaars aan?
9 Zoals we tot nu toe hebben gezien, tolereert Jehovah geen berouwloze zondaars. Maar hij keert ze niet de rug toe. Hij wil dat ze terugkeren. In Hosea 14:4 uit Jehovah zijn gevoelens voor degenen die berouw hebben: ‘Ik zal hun ontrouw genezen. Ik zal uit eigen vrije wil van ze houden, want ik ben niet meer boos.’ Wat een stimulans voor ouderlingen om te reageren op elk teken van berouw! En wat een stimulans voor degenen die Jehovah hebben verlaten om zo snel mogelijk terug te keren!
10-11. Hoe proberen de ouderlingen personen te helpen die in het verleden uit de gemeente zijn verwijderd?
10 Hoe zit het met personen die in het verleden uit de gemeente zijn verwijderd, misschien al jaren geleden? Het kan zijn dat ze al zijn gestopt met de zondige praktijken waarvoor ze waren verwijderd. Soms weten ze niet eens meer waarom ze zijn verwijderd. Hoe dan ook zullen de ouderlingen proberen zulke personen te vinden en te bezoeken. Tijdens zulke bezoeken zullen ze aanbieden met hen te bidden en zullen ze hen vriendelijk aansporen naar de gemeente terug te keren. Iemand die al jaren weg is uit de gemeente, is natuurlijk geestelijk erg verzwakt. Als hij aangeeft dat hij terug wil keren naar de gemeente, kunnen de ouderlingen regelen dat iemand hem Bijbelstudie geeft, ook al is hij nog niet hersteld. In alle gevallen zijn het de ouderlingen die de Bijbelstudie regelen.
11 De ouderlingen proberen Jehovah’s medegevoel na te volgen door zo veel mogelijk personen te laten weten dat de deur voor ze openstaat. Als een zondaar berouw toont en stopt met zijn verkeerde gedrag, kan hij zonder uitstel worden hersteld (2 Kor. 2:6-8).
12. (a) In welke situaties moeten ouderlingen extra voorzichtig zijn? (b) Waarom moeten we niet denken dat personen die een bepaald soort zonde begaan niet voor Jehovah’s barmhartigheid in aanmerking komen? (Zie ook de voetnoot.)
12 In bepaalde gevallen moeten de ouderlingen extra voorzichtig zijn voordat ze iemand herstellen. Als iemand zich bijvoorbeeld schuldig heeft gemaakt aan kindermisbruik, afvallig is geweest of kwaadwillig een eind heeft gemaakt aan zijn huwelijk, misschien door overspel te plegen, dan moeten de ouderlingen er zeker van zijn dat hij echt berouw heeft (Mal. 2:14; 2 Tim. 3:6). Ze moeten immers de kudde beschermen. Tegelijkertijd moeten we beseffen dat Jehovah elke kwaaddoener die oprecht berouw toont en stopt met zijn verkeerde gedrag zal terugnemen. Dus hoewel de ouderlingen heel voorzichtig moeten zijn met iemand die anderen verraderlijk heeft behandeld, mogen ze nooit gaan denken dat het voor zo iemand onmogelijk is voor Jehovah’s barmhartigheid in aanmerking te komen (1 Petr. 2:10).c
WAT DE GEMEENTE KAN DOEN
13. Wat is het verschil tussen de manier waarop we iemand behandelen die door de ouderlingen is terechtgewezen en iemand die uit de gemeente is verwijderd?
13 Zoals we in het vorige artikel hebben gezien, wordt er soms bekendgemaakt dat iemand is terechtgewezen. In zo’n geval kunnen we met hem blijven omgaan. We weten namelijk dat hij berouw heeft gehad en met zijn verkeerde gedrag is gestopt (1 Tim. 5:20). Hij maakt nog steeds deel uit van de gemeente en heeft de aanmoediging van omgang met broeders en zusters nodig (Hebr. 10:24, 25). Maar de situatie is heel anders als iemand uit de gemeente is verwijderd. Met die persoon zullen we ‘niet meer om gaan’ en ‘zelfs niet eten’ (1 Kor. 5:11).
14. Wat kun je besluiten te doen als iemand uit de gemeente is verwijderd? (Zie ook de afbeelding.)
14 Betekent dit alles dat we iemand die uit de gemeente is verwijderd volledig negeren? Niet per se. We zouden zeker geen gezellige omgang met hem hebben. Maar je zou op basis van je door de Bijbel gevormde geweten kunnen beslissen hem voor een vergadering uit te nodigen, bijvoorbeeld als het gaat om een familielid of iemand met wie je voorheen een hechte band had. En als hij komt? In het verleden begroetten we zo iemand niet. Maar ook hierin moet elke christen zijn door de Bijbel gevormde geweten volgen. Sommigen vinden misschien dat ze hem kunnen begroeten of op de vergadering welkom kunnen heten. Maar je hebt geen uitgebreid gesprek of gezellige omgang met hem.
Je kunt op basis van je door de Bijbel gevormde geweten beslissen of je iemand die uit de gemeente is verwijderd voor een vergadering wilt uitnodigen en hem daar kort welkom wilt heten (Zie alinea 14)
15. Wat voor zondaars worden beschreven in 2 Johannes 9-11? (Zie ook het kader ‘Hadden Johannes en Paulus het over dezelfde soort zonde?’)
15 Maar er zijn toch ook zondaars die je volgens de Bijbel niet mag begroeten omdat je anders medeplichtig wordt aan hun slechte daden? (Lees 2 Johannes 9-11.) Uit de context blijkt dat het in deze instructie gaat om afvalligen en anderen die actief verkeerd gedrag promoten (Openb. 2:20). Als iemand dus actief kwaaddoen of afvallige leer promoot, zullen de ouderlingen hem niet bezoeken. Natuurlijk is er hoop dat hij tot bezinning komt. Maar totdat dit gebeurt, zouden we zo iemand niet begroeten of voor een vergadering uitnodigen.
JEHOVAH’S MEDEGEVOEL EN BARMHARTIGHEID NAVOLGEN
16-17. (a) Wat wil Jehovah dat zondaars doen? (Ezechiël 18:32) (b) Hoe kunnen ouderlingen met Jehovah samenwerken als ze kwaaddoeners proberen te helpen?
16 Wat hebben we geleerd in deze vijfdelige serie? Jehovah wil niet dat er iemand wordt vernietigd. (Lees Ezechiël 18:32.) Hij wil dat zondaars met hem worden verzoend (2 Kor. 5:20). Daarom heeft hij door de geschiedenis heen zijn opstandige volk, en ook opstandige individuen, herhaaldelijk aangespoord om berouw te hebben en tot hem terug te keren. Ouderlingen hebben het voorrecht met Jehovah samen te werken om zondaars tot berouw te brengen (Rom. 2:4; 1 Kor. 3:9).
17 Stel je de vreugde in de hemel eens voor als een zondaar berouw heeft! Elke keer dat een verloren schaap terugkeert naar de gemeente voelt onze hemelse Vader zelf die vreugde. Onze liefde voor Jehovah verdiept zich steeds meer als we mediteren over zijn medegevoel, barmhartigheid en onverdiende goedheid (Luk. 1:78).
LIED 28 Het nieuwe lied
a Hoewel in dit artikel over een mannelijke kwaaddoener wordt gesproken, geldt hetzelfde voor vrouwen.
b Zo iemand zullen we niet meer met ‘uitgesloten’ aanduiden. In overeenstemming met Paulus’ woorden in 1 Korinthiërs 5:13 zullen we voortaan spreken van iemand die uit de gemeente is verwijderd.
c Volgens de Bijbel is een onvergeeflijke zonde niet een bepaald soort zonde maar een zonde die wordt begaan door iemand die in zijn houding is verhard en zich permanent tegen God keert. Het is niet aan ons te beoordelen of iemand zo’n zonde heeft begaan (Mark. 3:29; Hebr. 10:26, 27).