Jesaja
35 De wildernis en de waterloze streek zullen zich uitbundig verheugen,+ en de woestijnvlakte* zal blij zijn en bloeien als de saffraan.*+ 2 Ze* zal zonder mankeren bloeien,+ en ze zal werkelijk blij zijn met blijdschap en met vreugdegeroep.+ De heerlijkheid van de Li̱banon zelf moet haar* gegeven worden,+ de pracht van de Ka̱rmel+ en van Sa̱ron.+ Er zullen er zijn die* de heerlijkheid van Jehovah, de pracht van onze God,*+ zullen zien.+
3 Sterkt de slappe* handen en maakt de wankelende knieën vast.+ 4 Zegt tot degenen die angstig van hart zijn:+ „Weest sterk.+ Weest niet bevreesd.+ Ziet! UW eigen God zal komen met wráák,+ ja, God met vergelding.+ Hijzelf zal komen en ulieden redden.”+
5 In die tijd zullen de ogen der blinden geopend worden,+ en zelfs de oren der doven zullen ontsloten worden.+ 6 In die tijd zal de kreupele klimmen net als een hert,+ en de tong van de stomme zal een vreugdegeroep aanheffen.+ Want in de wildernis zullen bruisende wateren zijn opgeweld, en stromen in de woestijnvlakte. 7 En de door de hitte verschroeide bodem zal als een rietpoel zijn geworden, en de dorstige bodem als waterbronnen.+ In de verblijfplaats van jakhalzen,+ een rustplaats voor [ze*], zal groen gras zijn met riet en papyrusplanten.+
8 En daar zal stellig een hoofdweg+ komen, ja, een weg, en de Weg der Heiligheid* zal die worden genoemd.+ De onreine zal er* niet langs trekken.+ En hij zal zijn voor degene die op de weg wandelt, en geen dwazen zullen [erop] ronddolen.* 9 Geen leeuw zal daar blijken te zijn, en het roofdierachtige wild gedierte zal er* niet op komen.+ Niet één zal er aangetroffen worden;+ en de teruggekochten moeten [daarop] wandelen.+ 10 En het zijn de door Jehovah losgekochten die zullen terugkeren+ en stellig naar Si̱on zullen komen met vreugdegeroep,+ en verheuging tot onbepaalde tijd zal op hun hoofd zijn.+ Tot uitbundige vreugde en verheuging zullen zij geraken, en droefheid en zuchten moeten wegvlieden.+