Rechters 6:23 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 23 Maar Jehovah zei tot hem: „Vrede zij u.+ Vrees niet.+ Gij zult niet sterven.”+ 1 Samuël 25:6 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 6 En dit moet GIJ tot mijn broeder* zeggen: ’Moge het u goed gaan+ en ook uw huisgezin goed gaan en alles wat gij bezit, goed gaan. 1 Kronieken 12:18 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 18 En géést+ omhulde* Ama̱sai, het hoofd van de dertig: „De uwe [zijn wij], o Da̱vid, en met u [zijn wij],+ o zoon van I̱saï.Vrede, vrede aan u, en vrede aan wie u helpt,Want uw God heeft u geholpen.”+ Da̱vid nam hen derhalve aan en stelde hen aan onder de hoofden van de troepen.+
6 En dit moet GIJ tot mijn broeder* zeggen: ’Moge het u goed gaan+ en ook uw huisgezin goed gaan en alles wat gij bezit, goed gaan.
18 En géést+ omhulde* Ama̱sai, het hoofd van de dertig: „De uwe [zijn wij], o Da̱vid, en met u [zijn wij],+ o zoon van I̱saï.Vrede, vrede aan u, en vrede aan wie u helpt,Want uw God heeft u geholpen.”+ Da̱vid nam hen derhalve aan en stelde hen aan onder de hoofden van de troepen.+