2 Toen zei de Ammoniet Na̱has tot hen: „Op deze voorwaarde zal ik het met U sluiten, op voorwaarde dat ieder van U het rechteroog wordt uitgestoken,+ en ik moet dit als een smaad op heel I̱sraël leggen.”+
7 En Zedeki̱a’s zonen slachtte men voor zijn ogen af,+ en Zedeki̱a’s ogen maakte hij blind,+ waarna hij hem met koperen boeien bond+ en naar Ba̱bylon bracht.+