3 En men* zocht nu in het hele gebied van I̱sraël naar een schoon meisje, en men vond ten slotte Abi̱sag,+ de Sunamitische,+ en bracht haar vervolgens bij de koning.
8 Nu gebeurde het op zekere dag dat Eli̱sa voorts verder trok naar Su̱nem,+ waar een voorname vrouw was, en zij noodzaakte+ hem vervolgens om brood te eten. Het geschiedde dan dat zo vaak hij voorbijkwam, hij daar altijd aanging om brood te eten.