3 Sa̱muël nu was gestorven, en heel I̱sraël was over hem gaan weeklagen en hem in Ra̱ma, zijn eigen stad, gaan begraven.+ Wat Saul aangaat, hij had de geestenmediums* en de beroepsvoorzeggers van gebeurtenissen uit het land verwijderd.+
5 Want de levenden zijn zich ervan bewust dat zij zullen sterven;*+ maar wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust,*+ ook hebben zij geen loon meer, want de gedachtenis aan hen is vergeten.+
4 onder wie de god* van dit samenstel van dingen*+ de geest* van de ongelovigen heeft verblind+ opdat het verlichtende licht*+ van het glorierijke goede nieuws+ over de Christus,* die het beeld+ van God is, niet zou doorschijnen.+