5 Want de levenden zijn zich ervan bewust dat zij zullen sterven;*+ maar wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust,*+ ook hebben zij geen loon meer, want de gedachtenis aan hen is vergeten.+
10 Alles wat uw hand te doen vindt, doe dat met uw krácht,+ want er is geen werk noch overleg noch kennis+ noch wijsheid+ in Sjeo̱o̱l,*+ de plaats waarheen gij gaat.+