Deuteronomium 33:5 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 5 En hij werd koning in Je̱schurun,*+Toen de hoofden van het volk zich verzamelden,+Het gehele aantal van de stammen van I̱sraël.+ Rechters 8:23 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 23 Maar Gi̱deon zei tot hen: „Ikzelf zal niet over U heersen, noch zal mijn zoon over U heersen.+ Jehóvah zal over U heersen.”+ 1 Samuël 8:7 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 7 Toen zei Jehovah tot Sa̱muël:+ „Luister naar de stem van het volk met betrekking tot alles wat zij tot u zeggen;+ want niet u hebben zij verworpen, maar mij hebben zij verworpen, dat ik geen koning+ over hen zou zijn. Psalm 74:12 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 12 En toch is God mijn Koning van oudsher,+Die een grootse redding bewerkt in het midden der aarde.+ Jesaja 33:22 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 22 Want Jehovah is onze Rechter,+ Jehovah is onze Wetgever,+ Jehovah is onze Koning;+ hijzelf zal ons redden.+
5 En hij werd koning in Je̱schurun,*+Toen de hoofden van het volk zich verzamelden,+Het gehele aantal van de stammen van I̱sraël.+
23 Maar Gi̱deon zei tot hen: „Ikzelf zal niet over U heersen, noch zal mijn zoon over U heersen.+ Jehóvah zal over U heersen.”+
7 Toen zei Jehovah tot Sa̱muël:+ „Luister naar de stem van het volk met betrekking tot alles wat zij tot u zeggen;+ want niet u hebben zij verworpen, maar mij hebben zij verworpen, dat ik geen koning+ over hen zou zijn.
22 Want Jehovah is onze Rechter,+ Jehovah is onze Wetgever,+ Jehovah is onze Koning;+ hijzelf zal ons redden.+