25 Vervolgens moet gij daarvan een heilige zalfolie maken, een zalf, een mengsel dat het werk is van een zalfbereider.+ Het dient een heilige zalfolie+ te zijn.
39 De priester Za̱dok nam nu de hoorn met olie+ uit de tent+ en zalfde+ Sa̱lomo; toen blies men op de hoorn, en heel het volk barstte los en zei: „Leve koning Sa̱lomo!”+