18 En gij moet aan Jehovah, uw God, denken, want hij is het die u kracht geeft om vermogen te verwerven,+ ten einde zijn verbond gestand te doen dat hij uw voorvaders onder ede bevestigd heeft, zoals op deze dag.+
12 Jehovah zal zijn goede schatkamer, de hemel, voor u openen, om op de juiste tijd ervoor de regen op uw land te geven+ en al het werk van uw hand te zegenen;+ en gij zult stellig aan vele natiën lenen, terwijl gij zelf van niemand zult lenen.+
12 worden de wijsheid en de kennis u gegeven;+ ook zal ik u rijkdom en stoffelijke bezittingen en eer geven zoals geen der koningen die er vóór u geweest zijn, ooit heeft gehad,+ en zoals niemand na u zal krijgen.”+
12 Wat Jehovah betreft, hij zegende+ het einde van Job daarna meer dan zijn begin,+ zodat hij in het bezit kwam van veertienduizend schapen* en zesduizend kamelen en duizend span runderen en duizend ezelinnen.