27 Wat de nietswaardige mannen+ aangaat, zij zeiden: „Hoe zal deze ons redden?”+ Bijgevolg verachtten+ zij hem, en zij brachten hem geen enkel geschenk.+ Maar hij bleef als iemand die stom geworden was.*+
5 En Jehovah hield het koninkrijk stevig bevestigd in zijn hand;+ en heel Ju̱da bleef Jo̱safat geschenken geven,+ en hij kreeg rijkdom en heerlijkheid in overvloed.+