50 Zo bleek Da̱vid met een slinger en een steen sterker te zijn dan de Filistijn, en hij sloeg de Filistijn neer en bracht hem ter dood; en Da̱vid had geen zwaard in zijn hand.+
8 Mettertijd brak er wederom oorlog uit en Da̱vid trok er toen op uit en streed tegen de Filistijnen en richtte een grote slachting onder hen aan,+ en zij sloegen voor hem op de vlucht.+
18 En de Syriërs sloegen voor I̱sraël op de vlucht;+ voorts doodde Da̱vid van de Syriërs zevenhonderd wagenmenners+ en veertigduizend ruiters, en So̱bach, hun legeroverste, sloeg hij neer, zodat hij daar stierf.+