52 En GIJ moet alle bewoners van het land van voor UW aangezicht verdrijven* en al hun stenen figuren* vernietigen,+ en al hun beelden van gegoten metaal+ dient GIJ te vernietigen, en al hun heilige hoge plaatsen dient GIJ te verwoesten.+
2 GIJ dient absoluut alle plaatsen te vernietigen+ waar de natiën die GIJ uit hun bezit verdrijft, hun goden hebben gediend, op de hoge bergen en de heuvels en onder elke lommerrijke boom.+
43 En hij bleef heel de weg van zijn vader A̱sa bewandelen. Hij week daar niet van af, door te doen wat recht was in de ogen van Jehovah.+ Alleen verdwenen de hoge plaatsen niet.* Nog steeds ging het volk door met het brengen van slachtoffers en offerrook op de hoge plaatsen.+