43 namelijk Be̱zer,+ in de wildernis, op de hoogvlakte, voor de Rubenieten, en Ra̱moth+ in Gi̱lead voor de Gadieten, en Gola̱n,+ in Ba̱san, voor de Manassieten.+
8 En in de Jordaanstreek, bij Je̱richo, tegen het oosten, gaven zij Be̱zer+ in de wildernis, op de hoogvlakte, uit de stam Ru̱ben,+ en Ra̱moth+ in Gi̱lead uit de stam Gad, en Gola̱n+ in Ba̱san uit de stam Mana̱sse.
13 de zoon van Ge̱ber, in Ra̱moth-Gi̱lead+ (hij had de tentendorpen van Ja̱ïr,*+ de zoon van Mana̱sse, die in Gi̱lead liggen;+ hij had de streek A̱rgob,+ die in Ba̱san+ ligt: zestig grote steden met muren en koperen grendels);