43 Toen legde Sa̱lomo zich neer bij zijn voorvaders+ en werd begraven in de Stad van Da̱vid,+ zijn vader; en zijn zoon Reha̱beam+ begon in zijn plaats te regeren.
31 Ten slotte legde Reha̱beam zich neer bij zijn voorvaders en werd bij zijn voorvaders begraven in de Stad van Da̱vid.+ En de naam van zijn moeder was Na̱äma, de Ammonitische.+ En zijn zoon Abi̱am*+ begon in zijn plaats te regeren.
24 Ten slotte legde A̱sa zich neer bij zijn voorvaders+ en werd bij zijn voorvaders begraven in de Stad van Da̱vid, zijn voorvader;+ en zijn zoon Jo̱safat+ begon in zijn plaats te regeren.