25 Dan zal men moeten zeggen: ’Omdat zij het verbond van Jehovah, de God van hun voorvaders, hebben verzaakt,+ dat hij met hen had gesloten toen hij hen uit het land Egy̱pte leidde.+ 

15 en zij verwierpen voortdurend zijn voorschriften en zijn verbond+ dat hij met hun voorvaders gesloten had, en zijn vermaningen*+ waarmee hij hen gewaarschuwd had, en zij gingen ijdele afgoden+ achternalopen en werden zelf tot ijdelheid,+ ja, in nabootsing van de natiën die rondom hen waren, met betrekking waartoe Jehovah hun geboden had niet te doen zoals deze;+

26 Maar zij werden ongehoorzaam+ en weerspannig tegen u+ en bleven uw wet achter hun rug werpen,+ en uw eigen profeten, die tegen hen getuigden om hen tot u terug te brengen,+ doodden zij;+ en zij bleven daden van grote minachting bedrijven.+ 

18 En ik wil de mannen* [prijs]geven die mijn verbond hebben overtreden,+ doordat zij de woorden van het verbond niet ten uitvoer hebben gebracht, dat zij voor mijn aangezicht hebben gesloten* [met gebruikmaking van] het kalf dat zij in tweeën hebben gesneden+ om tussen de stukken ervan door te gaan,+