13 Hizki̱a dan luisterde naar hen* en liet hun heel zijn schathuis zien,+ het zilver en het goud+ en de balsemolie+ en de goede olie en zijn tuighuis en al wat er onder zijn schatten te vinden was. Er bleek niets te zijn wat Hizki̱a hun niet liet zien in zijn eigen huis en in heel zijn rijk.+
17 ’„Zie! Er komen dagen, en alles wat er in uw eigen huis+ is en wat uw voorvaders tot op deze dag hebben opgehoopt, zal werkelijk naar Ba̱bylon worden gevoerd.+ Niets zal er worden overgelaten”,+ heeft Jehovah gezegd.
6 ’Zie! Er komen dagen, en alles wat er in uw eigen huis is en wat uw voorvaders tot op deze dag hebben opgehoopt, zal werkelijk naar Ba̱bylon worden gevoerd.’+ ’Niets zal er worden overgelaten’,+ heeft Jehovah gezegd.