Jeremia 31:1 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 31 „In die tijd”, is de uitspraak van Jehovah, „zal ik God worden voor al de families van I̱sraël; en wat hen betreft, zij zullen mijn volk worden.”+ Hebreeën 11:16 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 16 Maar nu trachten zij een betere [plaats] te verkrijgen, namelijk een die tot de hemel behoort.+ Daarom schaamt God zich niet over hen, om als hun God te worden aangeroepen,+ want hij heeft een stad+ voor hen gereedgemaakt.
31 „In die tijd”, is de uitspraak van Jehovah, „zal ik God worden voor al de families van I̱sraël; en wat hen betreft, zij zullen mijn volk worden.”+
16 Maar nu trachten zij een betere [plaats] te verkrijgen, namelijk een die tot de hemel behoort.+ Daarom schaamt God zich niet over hen, om als hun God te worden aangeroepen,+ want hij heeft een stad+ voor hen gereedgemaakt.