61 En UW hart moet onverdeeld+ met Jehovah, onze God, blijken te zijn, door in zijn voorschriften te wandelen en door zijn geboden te onderhouden zoals op deze dag.”
3 „Ik smeek u, o Jehovah, gedenk+ alstublieft hoe ik in waarachtigheid+ en met een onverdeeld hart+ voor uw aangezicht heb gewandeld+ en dat wat goed was in uw ogen heb gedaan.”+ En Hizki̱a barstte uit in een stroom van tranen.*+