10 Weet dan dat van het woord van Jehovah, dat Jehovah tegen het huis van A̱chab heeft gesproken,+ niets [onvervuld] ter aarde zal vallen;+ en Jehovah zelf heeft gedaan wat hij door bemiddeling van zijn knecht Eli̱a gesproken heeft.”+
11 Bovendien ging Je̱hu voort allen neer te slaan die te Ji̱zreël van het huis van A̱chab waren overgebleven en al zijn aanzienlijken+ en zijn kennissen en zijn priesters,+ totdat hij niemand van hem in leven had gelaten.+