4 Zegt tot degenen die angstig van hart zijn:+ „Weest sterk.+ Weest niet bevreesd.+ Ziet! UW eigen God zal komen met wráák,+ ja, God met vergelding.+ Hijzelf zal komen en ulieden redden.”+
28 Er is het geluid van vluchtelingen en ontkomenen uit het land van Ba̱bylon,+ om in Si̱on de wraak van Jehovah, onze God, aan te kondigen,+ de wraak voor zijn tempel.+
2 Jehovah is een God* die exclusieve toewijding eist+ en wraak neemt; Jehovah neemt wraak+ en is tot woede geneigd.*+ Jehovah neemt wraak op zijn tegenstanders,+ en hij toont zich gebelgd jegens zijn vijanden.+
19 Wreekt UZELF niet,+ geliefden, maar geeft plaats aan de gramschap;+ want er staat geschreven: „Aan mij is de wraak; ik wil vergelden, zegt Jehovah.”*+
6 dat niemand zo ver gaat dat hij zijn broeder schade berokkent en inbreuk maakt op diens rechten in deze aangelegenheid,+ want Jehovah* is iemand die voor al deze dingen straf eist,+ zoals wij U tevoren hebben gezegd en waarvan wij U ook grondig getuigenis hebben gegeven.+