2 Samuël 12:13 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 13 Da̱vid zei+ nu tot Na̱than: „Ik heb tegen Jehovah gezondigd.”+ Hierop zei Na̱than tot Da̱vid: „Jehovah laat van zijn kant uw zonde werkelijk voorbijgaan.+ Gij zult niet sterven.+ Psalm 130:8 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 8 En hijzelf zal I̱sraël verlossen van al zijn dwalingen.+ Jesaja 43:25 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 25 Ik — ik ben het die uw overtredingen+ uitwist+ om mijnentwil,+ en uw zonden zal ik niet gedenken.+
13 Da̱vid zei+ nu tot Na̱than: „Ik heb tegen Jehovah gezondigd.”+ Hierop zei Na̱than tot Da̱vid: „Jehovah laat van zijn kant uw zonde werkelijk voorbijgaan.+ Gij zult niet sterven.+
25 Ik — ik ben het die uw overtredingen+ uitwist+ om mijnentwil,+ en uw zonden zal ik niet gedenken.+