Genesis 38:18 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 18 En hij vervolgde: „Wat is het onderpand dat ik u geven zal?”, waarop zij zei: „Uw zegelring+ en uw snoer en uw staf, die gij in uw hand hebt.” Toen gaf hij ze haar en had betrekkingen met haar, zodat zij zwanger werd van hem. Spreuken 2:16 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 16 om u te bevrijden van de vreemde vrouw, van de buitenlandse vrouw+ die haar eigen woorden glad heeft gemaakt,+ Spreuken 5:3 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 3 Want als een honingraat blijven de lippen van een vreemde vrouw druipen,+ en haar gehemelte is gladder dan olie.+
18 En hij vervolgde: „Wat is het onderpand dat ik u geven zal?”, waarop zij zei: „Uw zegelring+ en uw snoer en uw staf, die gij in uw hand hebt.” Toen gaf hij ze haar en had betrekkingen met haar, zodat zij zwanger werd van hem.
16 om u te bevrijden van de vreemde vrouw, van de buitenlandse vrouw+ die haar eigen woorden glad heeft gemaakt,+
3 Want als een honingraat blijven de lippen van een vreemde vrouw druipen,+ en haar gehemelte is gladder dan olie.+