9 Verheug u,+ jonge man, in uw jeugd, en laat uw hart u goed doen in uw jongelingsdagen, en wandel in de wegen van uw hart en naar de dingen die uw ogen zien.+ Maar weet dat de [ware] God u wegens dit alles in het gericht zal brengen.+
31 Want hij heeft een dag vastgesteld waarop hij voornemens is de bewoonde aarde* in rechtvaardigheid te oordelen+ door een man die hij heeft aangesteld, en hij heeft alle mensen een waarborg* verschaft doordat hij hem uit de doden heeft opgewekt.”+
5 Oordeelt daarom niets+ vóór de bestemde tijd, totdat de Heer komt,+ die zowel de verborgen dingen der duisternis aan het licht zal brengen+ als de raadslagen der harten openbaar zal maken,+ en dan zal een ieder zijn lof van God ontvangen.*+
10 Want wij moeten allen voor de rechterstoel van de Christus openbaar gemaakt worden,+ opdat een ieder het hem toegekende ontvangt voor de dingen die hij door middel van het lichaam heeft gedaan, overeenkomstig de dingen die hij heeft beoefend, hetzij goed of kwaad.+
24 De zonden van sommige mensen zijn duidelijk openbaar+ en leiden direct tot een oordeel, doch wat andere mensen betreft, [hun zonden] worden ook openbaar, [maar] later.+