23 En de volle maan is schaamrood geworden en de gloeiende [zon] is beschaamd geworden,+ want Jehovah der legerscharen is koning geworden+ op de berg Si̱on+ en in Jeru̱zalem en ten aanschouwen van zijn oudere mannen met heerlijkheid.+
7 En ik zal haar die kreupel ging, stellig tot een overblijfsel+ maken, en haar die ver verwijderd was, tot een machtige natie;+ en Jehovah* zal werkelijk als koning over hen regeren op de berg Si̱on, van nu aan en tot onbepaalde tijd.+
11 Vrees inboezemend zal Jehovah tegen hen zijn;*+ want hij zal stellig alle goden der aarde* uitmergelen,+ en men zal zich voor hem neerbuigen,+ ieder vanuit zijn plaats, alle eilanden* der natiën.+