25 „Zie, ik ben tegen u,+ o berg van verderf,”+ is de uitspraak van Jehovah, „gij verderver van de gehele aarde;+ en ik wil mijn hand tegen u uitstrekken en u van de steile rotsen afwentelen en u tot een uitgebrande berg maken.”+
8 ’Daarom, dit heeft de Soevereine Heer Jehovah gezegd: „’Omdat gijlieden onwaarheid hebt gesproken en GIJ een leugen hebt geschouwd, daarom, ziet, ben ik tegen U’,+ is de uitspraak van de Soevereine Heer Jehovah.”