6 En ik bleef volken vertreden in mijn toorn, en ik ging ertoe over hen dronken te maken* van mijn woede+ en hun spuitende bloed op de aarde te doen neerdalen.”+
16 Gij zult stellig verzadigd worden met oneer in plaats van met heerlijkheid.+ Drink ook zelf,+ en word als onbesneden beschouwd.+ De beker van de rechterhand van Jehovah* zal bij het rondgaan aan u worden toegereikt,+ en er zal schande komen over uw heerlijkheid;