10 En bij de terugkeer+ van het jaar zond koning Nebukadne̱zar [zijn dienaren]+ en bracht hem voorts met begeerlijke voorwerpen van het huis van Jehovah+ naar Ba̱bylon.+ Verder maakte hij Zedeki̱a,+ zijn [vaders] broer, koning over Ju̱da en Jeru̱zalem.+
37En koning Zedeki̱a,+ de zoon van Josi̱a,+ begon te regeren in de plaats van Cho̱nja,*+ de zoon van Jo̱jakim,+ die door Nebukadre̱zar, de koning van Ba̱bylon, koning was gemaakt in het land Ju̱da.+