Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Deuteronomium 13:1
    Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
    • 13 Ingeval er in uw midden een profeet+ of een dromer+ van een droom opstaat en hij u werkelijk een teken of een wonder aankondigt,+ 

  • Jeremia 14:14
    Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
    • 14 En Jehovah zei vervolgens tot mij: „Leugen profeteren de profeten in mijn naam.+ Ik heb hen niet gezonden, noch heb ik hun bevel gegeven of tot hen gesproken.+ Een leugenvisioen en waarzeggerij en iets van nul en gener waarde+ en de bedriegerij van hun hart spreken zij profetisch tot ulieden.+ 

  • Jeremia 23:21
    Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
    • 21 Ik heb de profeten niet gezonden, toch hebben zijzelf gelopen. Ik heb niet tot hen gesproken, toch hebben zijzelf geprofeteerd.+ 

  • Jeremia 27:15
    Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
    • 15 ’Want ik heb hen niet gezonden’, is de uitspraak van Jehovah, ’maar zij profeteren bedrieglijk in mijn naam, opdat ik U zal verdrijven+ en GIJ zult moeten omkomen,+ gijlieden en de profeten die tot U profeteren.’”+

  • Jeremia 29:31
    Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
    • 31 „Zend [een boodschap] aan alle ballingen+ en zeg: ’Dit heeft Jehovah gezegd betreffende Sema̱ja van Ne̱chelam: „Omdat Sema̱ja tot ulieden geprofeteerd heeft maar ikzelf hem niet gezonden heb, en hij getracht heeft U op een leugen te doen vertrouwen,+ 

  • Ezechiël 13:3
    Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
    • 3 Dit heeft de Soevereine Heer Jehovah gezegd: „Wee de verstandeloze+ profeten, die hun eigen geest* volgen,+ terwijl er niets is dat zij gezien hebben!+ 

  • Zacharia 13:3
    Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
    • 3 En het moet geschieden [dat] ingeval er ooit nog een man* zou profeteren, zijn vader en zijn moeder, zij die zijn geboorte hebben veroorzaakt, dan tot hem moeten zeggen: ’Gij zult niet leven, want leugen hebt gij gesproken in de naam van Jehovah.’ En zijn vader en zijn moeder, zij die zijn geboorte hebben veroorzaakt, moeten hem wegens zijn profeteren doorsteken.+

  • Lukas 6:26
    Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
    • 26 Wee U, wanneer alle mensen goed van U spreken, want soortgelijke dingen deden hun voorvaders ten aanzien van de valse profeten.+

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen