3 Jehovah, uw God, ook uw gevangenen* moet terugvoeren+ en u barmhartigheid moet betonen+ en u weer moet bijeenbrengen uit alle volken waarheen Jehovah, uw God, u heeft verstrooid.+
2En dit waren de zonen van het rechtsgebied*+ die optrokken uit de gevangenschap van de ballingen+ die Nebukadne̱zar, de koning van Ba̱bylon, in ballingschap+ naar Ba̱bylon had gevoerd en die later naar Jeru̱zalem en Ju̱da+ terugkeerden,+ ieder naar zijn eigen stad;
6 En ik wil mijn oog op een goede wijze op hen richten,+ en ik zal hen stellig naar dit land doen terugkeren.+ En ik wil hen opbouwen, en ik zal niet omverhalen; en ik wil hen planten, en ik zal niet uitrukken.+