29 Onmiddellijk zei hij tot Geha̱zi:+ „Omgord uw lendenen+ en neem mijn staf+ in uw hand en ga heen. Als gij iemand ontmoet, moogt gij hem niet groeten;+ en als iemand u groet, moogt gij hem niet antwoorden. En gij moet mijn staf op het gezicht van de jongen leggen.”+
9En de profeet Eli̱sa riep van zijn kant een van de profetenzonen+ en zei vervolgens tot hem: „Omgord uw lendenen+ en neem deze pul*+ met olie in uw hand en ga naar Ra̱moth-Gi̱lead.+
37 Gelukkig zijn de slaven die de meester bij zijn aankomst wakend vindt!+ Voorwaar, ik zeg U: Hij zal zich omgorden+ en hen aan tafel doen aanliggen en zal langskomen en hen bedienen.+
13 Versterkt daarom UW geest tot activiteit,*+ houdt UW zinnen volledig bij elkaar;+ vestigt UW hoop* op de onverdiende goedheid+ die U ten deel zal vallen bij de openbaring+ van Jezus Christus.