2 „Vertelt [het] onder de natiën en verkondigt [het].+ En heft een signaal op;+ verkondigt [het]. Verbergt niets. Zegt: ’Ba̱bylon is ingenomen.+ Bel is beschaamd gemaakt.+ Me̱rodach is verschrikt geworden. Haar beelden zijn beschaamd gemaakt.+ Haar drekgoden zijn verschrikt geworden.’