5 „Zie! Er komen dagen”, is de uitspraak van Jehovah, „en ik zal Da̱vid stellig een rechtvaardige spruit verwekken.+ En een koning zal stellig regeren+ en met doorzicht handelen en gerechtigheid en rechtvaardigheid in het land oefenen.+
15 In die dagen en in die tijd zal ik voor Da̱vid een rechtvaardige spruit doen ontspruiten,+ en hij zal stellig gerechtigheid en rechtvaardigheid oefenen in het land.*+
8 ’Hoor alstublieft, o Jo̱zua de hogepriester, gij en uw metgezellen die vóór u zitten, want zij zijn mannen* [die] als voortekenen+ [dienen];* want zie, ik doe mijn knecht+ Spruit*+ komen!