14 Ík zal zijn vader worden,+ en híȷ́ zal mijn zoon worden.+ Wanneer hij verkeerd doet, dan wil ik hem terechtwijzen met de roede+ van mensen en met de slagen van de zonen van A̱dam.*
10 Want het was passend dat degene ter wille van wie alle dingen zijn+ en door wie alle dingen zijn, bij het tot heerlijkheid brengen van vele zonen+ de Voornaamste Bewerker*+ van hun redding door middel van lijden tot volmaaktheid zou brengen.+