22 Dat zeiden zijn ouders omdat ze bang waren voor de Joden.+ De Joden hadden namelijk al besloten dat iedereen die Jezus als Christus erkende uit de synagoge gebannen moest worden.+
42 Toch waren er ook onder de leiders velen die in hem geloofden,+ maar vanwege de farizeeën kwamen ze er niet voor uit, anders zouden ze uit de synagoge worden gebannen.+
38 Daarna vroeg Jozef van Arimathe̱a — die uit angst voor de Joden+ in het geheim een discipel van Jezus was — aan Pilatus of hij het lichaam van Jezus mocht meenemen. Toen Pilatus hem toestemming had gegeven, kwam hij het lichaam weghalen.+