Op zoek naar een doel
SINDS de tijd van Charles Darwin is er van de zijde van biologen enorme druk uitgeoefend ter aanvaarding van de theorie dat het leven, als resultaat van evolutie, in wezen geen doel heeft. Velen verwerpen die gedachte echter instinctief. Een jong echtpaar dat naar hun mooie pasgeboren baby kijkt, zou er moeite mee hebben te geloven dat dit nieuwe leven geen doel heeft. Voor hen is het een wonder, een wonder dat hun leven verrijkt.
Zelfs sommige geleerden zijn het er niet mee eens dat het leven een zinloze toevalligheid is. Waarom niet? Om dat wat The Encyclopedia Americana „de buitengewone mate van complexiteit en organisatie in levende schepselen” noemt. De Americana vervolgt: „Een nauwlettend onderzoek van bloemen, insekten of zoogdieren laat een bijna ongelooflijk precieze rangschikking van de delen zien.”
Gezien die complexiteit en schitterende organisatie — die in zelfs de eenvoudigste levensvormen wordt waargenomen — verklaarde de Zuidafrikaanse wetenschapper dr. Louw Alberts volgens een citaat in de Cape Times: „Ik vind het intellectueel bevredigender te aanvaarden dat er een God is dan louter te aanvaarden dat het [leven] bij toeval is ontstaan.” Sprekend over de chemische samenstelling van levende organismen schreef de Britse astronoom Sir Bernard Lovell: „De waarschijnlijkheid dat . . . een toevallige gebeurtenis leidt tot de vorming van een van de kleinste eiwitmoleculen is onvoorstelbaar gering. . . . Ze is eigenlijk nihil.”
In dezelfde geest schreef de astronoom Fred Hoyle: „Het gehele raamwerk van de orthodoxe biologie stoelt nog steeds op de gedachte dat het leven zo maar is ontstaan. Maar nu biochemici steeds meer ontdekken over de ontzagwekkende complexiteit van het leven, is het zonneklaar dat de kansen dat het bij toeval is ontstaan zo miniem zijn, dat ze volkomen uitgesloten kunnen worden. Het leven kan niet bij toeval ontstaan zijn.”
Wat wil dit zeggen? Als het leven niet bij toeval ontstaan is, moet het opzettelijk en bewust uitgedacht zijn. En als dat zo is, moet het een Ontwerper hebben gehad. En wat voor een Ontwerper! De psalmist zei terecht: ’Ik ben op een vrees inboezemende wijze wonderbaar gemaakt’ (Psalm 139:14). Maar wat zegt dit ons over de vraag of het leven al dan niet een doel heeft?
Nu, mensen ontwerpen en maken ook van alles. Zij maken straalvliegtuigen. Zij maken olieraffinaderijen. Zij maken elektrische centrales. En zij maken talloze andere al dan niet ingewikkelder dingen. Maar mensen ontwerpen en bouwen zulke ingewikkelde dingen niet zonder reden. Alles wordt gemaakt met een doel voor ogen.
Daar niets wat mensen hebben gemaakt de ontzagwekkende complexiteit van al wat leeft ook maar benadert, zal de Ontwerper van het leven het vast niet geschapen hebben zonder er een doel voor te hebben. Het is het toppunt van onzin te geloven dat wij ’wonderbaar gemaakt’ zijn en daarna zonder leiding en zonder doel zijn gelaten.
Op zoek naar een doel
Dat de Schepper mensen heeft geschapen om een doel te dienen, wordt ook krachtig ondersteund door het feit dat wij mensen instinctief een doel in ons leven zoeken. De psycholoog Gilbert Brim sprak over de instinctieve behoefte van de mens aan een doel toen hij zei: „Veel mensen vinden in hun werk een uitdaging en de mogelijkheid zich te ontplooien. Maar zij die dat niet kunnen, zullen op andere terreinen bijzondere uitdagingen zoeken en iets willen presteren: afslanken; het onder de knie krijgen van de meer gevorderde technieken van het golfspelen, zoals een slag met een ijzer-6 op een downhill lie; de volmaakte omelet bakken of het avontuur zoeken — of dat nu deltavliegen is of experimenteren met nieuwe voedingsmiddelen.” De psychiater Viktor Frankl beweerde zelfs: „Het zoeken van iets wat het leven zin geeft, is de voornaamste motiverende kracht in de mens.”
Laten wij eens enkele van de doelen bekijken die mensen zich in het leven stellen.
Wat maakt het leven zinvol?
Toen een jonge tiener gevraagd werd naar haar doel in het leven, zei ze: „Mijn droom is gewoon het hebben van een chique appartement, een mooie wagen en een leuke vent in de wagen. Ik mik op wat mijn verlangens zijn. Ik ben een ik-type. Ik ben uit op wat mij gelukkig maakt, niet op wat de hele samenleving gelukkig maakt.” Als u vindt dat dit zelfzuchtig klinkt, dan hebt u gelijk. Het is zelfzuchtig. Maar helaas is zo’n houding geen zeldzaamheid.
Wordt de behoefte aan een zinvol leven echter bevredigd door het simpelweg najagen van materiële dingen en genoegens? Nee. Als genoegens ons enige doel zijn, zijn genoegens onbevredigend. Mensen die dat tot het voornaamste doel in hun leven maken, zullen zich uiteindelijk in hun hart net zo voelen als een rijke koning uit oude tijden die zijn macht en rijkdom gebruikte om verschillende aspecten van de destijds beschikbare genoegens te verkennen. Luister eens naar de conclusie waartoe hij kwam:
„Ik stapelde ook zilver en goud voor mij op, en het bezit dat eigen is aan koningen en de rechtsgebieden. Ik verschafte mij zangers en zangeressen en de heerlijke verrukkingen der mensenzonen, een dame, ja, dames. . . . En zie! alles was ijdelheid en een najagen van wind.” — Prediker 2:8, 11.
Velen putten voldoening uit een carrière, of uit het aanwenden van hun mentale of lichamelijke kracht om te bereiken wat waardevolle doeleinden lijken. Na enige tijd bevredigt een carrière echter niet geheel en al de behoefte aan een doel in het leven. Peter Lynch, beschreven als een „investeringsfenomeen”, gaf zijn lucratieve carrière op toen hij besefte dat er iets in ernstige mate aan zijn leven ontbrak. Wat? Zijn relatie met zijn gezin. Hij bekende: „Ik hield van wat ik deed, maar ik kwam tot een conclusie, en een paar anderen eveneens: Waar . . . doen wij dit voor? Ik ken niemand die op zijn sterfbed wilde dat hij meer tijd op kantoor had doorgebracht.”
Een tiener gaf dan ook van een zekere evenwichtigheid blijk toen zij haar doelen in het leven overdacht en zei: „Carrière maken is een van mijn dromen. Maar ik denk dat het hebben van een gelukkig gezin mijn voornaamste droom is.” Ja, ons gezin kan het leven zin en doel geven. Een jonge getrouwde vrouw zei: „Al heel vroeg in mijn leven zag ik het ouderschap als een van de dingen waarvoor een mens geboren wordt, een van de doelen van het leven, en daar heb ik nooit aan getwijfeld.”
Sommigen zoeken op andere terreinen een doel in het leven. Er zijn mensen — waarschijnlijk onder meer die wetenschappers die beweren dat het leven een zinloze toevalligheid is — die een doel vinden in het streven naar kennis. De evolutionist Michael Ruse schreef: „Wij hebben een dorst naar kennis, en dat verheft ons boven de beesten. . . . Tot onze grootste behoeften en plichten behoort het doorgeven, aan onze kinderen, van de in het verleden vergaarde wijsheid, samen met ons enthousiasme en dat wat wij bereikt hebben. . . . Het speuren naar kennis, en de geboekte successen, vormen een van de bijzondere kenmerken van de menselijke aard.”
Sommigen vinden dat het dienen van een goede zaak doel geeft aan hun leven. Zij werken voor het behoud van zeldzame diersoorten. Of zij strijden tegen de vervuiling en de vernietiging van het milieu. Liefdevolle mensen zetten zich in voor de rechten van kinderen of werken voor de daklozen of de armen. Of zij spannen zich in om verbreiding van de drugsverslaving tegen te gaan. Zulke mensen brengen soms veel goeds tot stand, en wat zij doen, verrijkt hun leven met een doel.
Frustraties en teleurstellingen
Wij moeten echter erkennen dat mensen bij het nastreven van doeleinden vaak met frustraties te kampen krijgen, zelfs als het zinvolle doeleinden zijn. Ouders die veel liefde en moeite steken in het grootbrengen van hun kinderen, verliezen hen soms door een ongeluk, een misdaad, ziekte of drugsverslaving. Het komt ook voor dat de kinderen als zij opgroeien, besmet worden met de zelfzuchtige geest van deze wereld en nalaten de liefde van hun ouders te beantwoorden.
Mensen die onzelfzuchtig werken aan de verbetering van het milieu, worden daarin vaak gedwarsboomd door commerciële belangen of door het feit dat het anderen gewoon niet kan schelen. Zij die zich inzetten voor de verbetering van het lot van de armen worden overweldigd door de omvang van de opgave. Iemand die voldoening put uit zijn loopbaan wordt gefrustreerd als hij gedwongen wordt met pensioen te gaan. Een wetenschappelijk onderzoeker die het streven naar kennis volkomen bevredigend vindt, wordt gefrustreerd als zijn leven ten einde loopt en er nog zo veel onbeantwoorde vragen resten. Een man die zijn leven besteed heeft aan het opbouwen van een fortuin, bemerkt dat hij het uiteindelijk aan anderen moet nalaten.
De koning uit de oudheid die al eerder werd geciteerd, beschreef enkele van deze frustraties met de woorden: „Zelfs waarvoor ik heel mijn leven gezwoegd had, stond mij tegen: ik zou het toch achter moeten laten voor mijn opvolger. En wie kon zeggen of hij wijs of dwaas zou zijn? Hij zou over alles kunnen beschikken waarvoor ik met zoveel moeite en zorg mijn hele leven gewerkt had.” — Prediker 2:18, 19, Groot Nieuws Bijbel.
Heeft het leven dan toch geen doel, zoals deze maar al te ware woorden schijnen te impliceren? Zijn de verschillende doelen die mensen najagen louter een hulp om hen door de zeventig, tachtig of negentig levensjaren te krijgen die velen vergund zijn? Zijn deze doelen afgezien daarvan in wezen zinloos? Nee. In feite wordt er iets zeer betekenisvols door te kennen gegeven over de manier waarop wij gemaakt zijn, en ze vormen het bewijs dat het leven wel degelijk een schitterend doel heeft. Maar hoe kunnen wij dit doel vinden?
[Illustraties op blz. 7]
Sommigen vinden dat het streven naar kennis zin en doel aan hun leven geeft
Mensen bouwen geen ingewikkelde dingen zonder een doel voor ogen te hebben
[Verantwoording]
NASA photo