Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w63 1/4 blz. 207
  • Gileads zevenendertigste graduatie

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Gileads zevenendertigste graduatie
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1963
  • Vergelijkbare artikelen
  • Graduatie van Gileads 38ste klas
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
  • Afstuderende zendelingen ontvangen de raad liefde te tonen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
  • Tijdens „Gilead”-diploma-uitreiking op nederigheid aangedrongen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1972
  • Zendelingen aangeraden aan „De Weg” vast te houden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1963
w63 1/4 blz. 207

Gileads zevenendertigste graduatie

DE GRADUATIES van de door de Watch Tower Bible and Tract Society georganiseerde Gileadschool zijn altijd vreugdevolle gebeurtenissen; dit gold speciaal voor de zevenendertigste diploma-uitreiking. De klas bestond uit 103 studenten uit 50 verschillende landen.

De diploma-uitreiking vond op maandag, 26 november 1962, op het hoofdbureau van het Genootschap te Brooklyn plaats en het programma begon om 3.30 uur n.m. met lied en gebed. Na de openingswoorden van N. H. Knorr, de president van de School en van het Genootschap, hielden de vier leraren korte lezingen.

F. Rusk baseerde zijn woorden op Jesaja 2:2-4 en vergeleek de christelijke loopbaan van de studenten met het beklimmen van een hoge berg die hun een uitzicht bood op het heiligdom van Jehovah’s aanbidding. Hij besloot met de vermaning Jehovah’s huis steeds lief te hebben en het zich waardig te betonen erin te blijven. H. Peloyan vergeleek de studenten met speren die gescherpt waren maar nu moesten bewijzen van wat voor soort van metaal zij waren gemaakt door in hun toewijzing te volharden. U. Glass, die zijn woorden op Jakobus 1:22-25 had gebaseerd, legde de nadruk op de noodzaak dat de studenten daders van Gods Woord zouden zijn en zichzelf altijd zouden bezien als broeders, ongeacht welk opzienersambt zij zouden bekleden. E. Dunlap, tevens het hoofd van de school, herinnerde de studenten aan de belangrijkheid van vreugde, de kracht die men erdoor verwerft en de wijze waarop men zijn vreugde kan behouden, door gebed, door te geven, door belang te stellen in anderen en door te letten op de vruchten van hun arbeid.

Daarna werden de vele telegrammen die uit zes werelddelen en ongeveer vijftig landen waren binnengekomen, een voor een genoemd en voor zover de tijd het toeliet, werd de inhoud voorgelezen. Nu was het hoofd van de drukkerij, M. Larson aan de beurt. Hij legde de nadruk op de belangrijkheid van de opleiding die zij hadden genoten en van hun nu verworven kennis hoe anderen op te leiden. Ook de Betheldienaar gaf goede raad met als thema: Jehovah de Pottenbakker. — Jes. 64:8, SV.

F. Franz, de vice-president van het Genootschap, sprak vervolgens over het „toevertrouwde pand” van de christen, waarbij hij zijn opmerkingen voornamelijk op 1 Timótheüs 6:20 (NW) en 2 Timótheüs 1:12-14 (NW) baseerde. Het voortreffelijke onderwijs en de opleiding die de studenten de afgelopen tien maanden hadden ontvangen, waren een onderdeel van dit „pand” of patroon van gezonde woorden. Hij gaf hun de raad voortdurend aan dit pand toe te voegen en het ook te beschermen, opdat er geen ijdele woorden waardoor hetgeen heilig is, wordt ontwijd — zoals de dingen die in Efeziërs 5:3-5 worden genoemd — hun geest zouden binnendringen en er de oorzaak van zouden zijn dat zij hun pand of patroon van gezonde woorden zouden verliezen.

Toen volgde de voornaamste lezing van de graduatie, „Bekwaam om te onderwijzen”, door N. H. Knorr, gebaseerd op 1 Timótheüs 3:2 en 2 Timótheüs 2:24. Hij merkte op dat de studenten niet voor deze school waren uitgenodigd omdat zij als leraren tekort waren geschoten, maar veeleer omdat zij hun werk zo goed verrichtten dat het raadzaam werd geacht hen naar de School te laten komen om hen zodanig op te leiden dat zij het nog beter zouden kunnen doen. Bovendien zei hij dat, hoewel zij bekwaam moesten zijn alle mensen de waarheid in eenvoudige, gemakkelijk te begrijpen taal te onderwijzen, het zelfs nog belangrijker was dat zij in staat zouden zijn hun broeders in de christelijke gemeente te onderwijzen. Soms, zo zei hij, kan het nodig zijn dat zij vastberaden optreden tegen personen die twistziek zijn, maar te allen tijde moeten zij geduldig en vriendelijk zijn. Als een hulpmiddel om bekwaam te blijven, raadde hij de studenten aan te bidden als David: „Doe mij in uw waarheid wandelen”, „Leer mij, uw wil te volbrengen.” Ja, bidt: ’Doe mij uw wil volbrengen.’ — Ps. 25:4, 5, 9, NW; 143:10, PC.

Aan het einde van de lezing van President Knorr ontvingen de studenten hun toewijzingen. Zij werden naar 64 verschillende landen gezonden om in vele verschillende ambten te dienen, onder andere als speciale pioniers, zendelingen, kring-, districts-, bijkantoor- of zonedienaren. Daarna las een van de studenten, Alexander Tharp, een door de klas aangenomen Resolutie voor waarin hun dankbaarheid jegens Jehovah en jegens alle anderen die er in enige mate toe hadden bijgedragen dat hun opleiding op Gilead mogelijk of heilzaam was geweest, onder woorden werd gebracht. Het was beslist een warme uitdrukking van waardering, en deze klas had daarvoor een speciale reden omdat zij naast de gewone zendelingencursus een dagelijkse opleiding hadden ontvangen in het werk op de Bethelhuizen, de bijkantoren en drukkerijen.

Van 5.45 tot 7.30 uur was er een onderbreking voor een voortreffelijk afscheidsdiner, waarna het programma werd voortgezet. Het begon met een beknopte studie van het Wachttoren-gedeelte voor die week, „Hebt goede moed — Gods koninkrijk is nabij!” waarbij daarvoor uitgekozen studenten commentaar gaven. Daarna kregen ongeveer veertig studenten de gelegenheid ervaringen te vertellen en hun indrukken weer te geven en persoonlijk hun waardering voor de ontvangen opleiding tot uitdrukking te brengen. Dit vreugdevolle en uiterst opbouwende programma werd om 11.30 uur ’s avonds met een slotlied, „O, ga met God”, en gebed door Broeder Knorr besloten.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen