„Overeenkomstig de regels” strijden

DIT leven heeft ons vele goede en begeerlijke dingen te bieden. En het is slechts heel natuurlijk dat personen die een goede gezondheid, kracht en hoop bezitten, ernaar verlangen iets van dat alles te verwerven. Er schuilt niets verkeerds in de wens vooruit te komen, te slagen in het leven. De apostel Paulus zegt bijvoorbeeld duidelijk dat het aanbevelenswaardig is wanneer iemand graag opziener in een christelijke gemeente wil worden: „Indien iemand een opzienersambt begeert, die begeert een kostelijk werk.” — 1 Tim. 3:1, Lu.

Hoewel er dus niets verkeerds in schuilt naar een verantwoordelijker positie te streven en te trachten iets te bereiken wat de moeite waard is, schuilt er beslist wel iets verkeerds in zozeer in het verwezenlijken van zijn doel op te gaan dat men iedereen die hierbij in de weg staat onder de voet loopt en de regels overtreedt. Het is bijvoorbeeld goed naar een opzienersambt te streven, maar het is volkomen fout te intrigeren om dit ambt te krijgen door sluw te werk te gaan, iemand anders te belasteren of plannen voor zijn val te beramen.

Het is onnodig te zeggen dat de wereld vol is van mensen die juist dit doen; dat is dan ook de reden waarom er zoveel wetteloosheid voorkomt en de liefde voor God bij velen is verkild. Wanneer het erop aan komt, worden alle misdadigheid, alle immoraliteit, alle misdrijven en alle onenigheid tussen natiën en blokken natiën veroorzaakt door het feit dat personen en natiën weigeren overeenkomstig de regels te strijden. — Matth. 24:12.

Regels zijn noodzakelijk voor de vrede en het welzijn van alle betrokkenen. Door regels wordt uw vrijheid beperkt ten behoeve van uw naaste, zoals ook de vrijheid van uw naaste erdoor wordt beperkt ten behoeve van u. Met andere woorden, willen allen vrijheid genieten, dan dient de vrijheid van een ieder slechts betrekkelijk te zijn. Hieruit volgt dus onmiddellijk dat het ’overeenkomstig de regels strijden’ voor al onze betrekkingen met onze medemens, maar in de allereerste plaats, voor onze verhouding tot onze Schepper, de Maker van de regels, geldt.

Het is daarom juist zich aan de regels te houden. Alleen dan kunnen wij een zuiver geweten hebben, iets wat niet te verwaarlozen is. Elke keer dat u de verleiding de regels te overtreden, weerstaat, elke keer dat u weerstand biedt aan de verleiding ze min of meer in uw eigen belang te ontduiken, ontvangt u een beloning in de vorm van morele kracht, voldoening en een groter zelfrespect, en dat is het zeker waard. — 1 Tim. 1:19.

Bovendien is het alleen maar redelijk om in uw betrekkingen met uw medemens of naaste overeenkomstig de regels te strijden. U wilt dat anderen u rechtvaardig behandelen, dus dient u hen ook rechtvaardig te behandelen. U wilt niet dat anderen misbruik van u maken, dus dient u ook van hen geen misbruik te willen maken: „Gelijk gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun evenzo.” — Luk. 6:31.

Het is ook het verstandigst zich aan de regels te houden, want op de lange duur blijkt werkelijk dat ’misdaad niet loont’. Op het moment mag men dan schijnbaar slagen in het bedrijven van onrecht, maar „er is . . . niets geheim, dat niet zal bekend worden en aan het licht komen”. Toen de apostel Paulus zijn medechristen Timótheüs raad gaf, merkte hij op: „Iemand [wordt] niet gekroond, ook al kampt hij in de spelen, indien hij niet overeenkomstig de regels heeft gestreden.” — Luk. 8:17; 2 Tim. 2:5, NW.

Wegens aangeboren zelfzucht, „zijn de zin en de gedachten van het mensenhart van zijn jeugd af tot het kwade geneigd”; daarom dienen wij op onze hoede te zijn en onszelf krachtig te maken opdat wij altijd overeenkomstig de regels zullen strijden (Gen. 8:21, KB). Een van de grootste hulpmiddelen daarbij is geloof en vertrouwen in Jehovah. Vertrouw erop dat God erop zal toezien dat u uw dagelijks brood zult hebben en dat hij u niet in de steek zal laten wanneer u weigert u tot oneerlijke praktijken te verlagen. „Het goede onthoudt Hij niet aan hen die onberispelijk wandelen.” — Ps. 84:12 11.

Nog een krachtig hulpmiddel is waardering. Wanneer u uw blik laat vallen op iets wat u wilt bereiken of eraan werkt om iets uw eigendom te kunnen noemen, onderschat de zegeningen die u reeds geniet dan niet. Wees niet als de goddeloze Achab die, hoewel hij koning van Israël was, zich diep ongelukkig voelde omdat hij zijn zinnen had gezet op de wijngaard van iemand anders. Het weinige dat hij niet bezat, betekende meer voor hem dan het vele wat hem wel toebehoorde. De enige manier waarop hij zich in het bezit van die wijngaard kon stellen, was de eigenaar ervan te vermoorden, en dit gebeurde dan ook. Hoe verschrikkelijk heeft hij hier echter voor moeten boeten! Zowel zijn goddeloze vrouw, wier raad hij had opgevolgd, als hijzelf kwam onder een vreselijk doodsoordeel te staan. — 1 Kon. 21:1-26.

Ook bescheidenheid is een grote hulp voor allen die overeenkomstig de regels wensen te strijden. Stel geen al te hoge eisen, haak niet naar grote rijkdommen en vele bezittingen, dan zult u er niet zo licht toe verleid worden de regels te overtreden en een misstap te begaan om uw doel te verwezenlijken. Er was een grondige reden voor dat Jehovah gebood: „[Wees] bescheiden . . . bij het wandelen met uw God.” Terecht merkt de wijze spreukenschrijver op: „Wijsheid is met de bescheidenen.” De koning van Israël kreeg de raad „zich niet te veel zilver en goud [te] vergaren”. De apostel Paulus waarschuwt dat „wie rijk willen zijn, . . . in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten [vallen], die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang”. — Micha 6:8; Spr. 11:2, NW; Deut. 17:17; 1 Tim. 6:9.

De allergrootste hulp wordt gevormd door liefde, liefde voor God en voor de naaste (Mark. 12:29-31). Liefde voor God zal u doen verlangen hem te behagen en u doen vrezen hem te mishagen; ze zal u derhalve helpen overeenkomstig de regels te strijden, zelfs al zou het erop lijken dat u ze, voor zover het mensen betreft, ongestraft kunt overtreden. Naastenliefde zal u ervan weerhouden uw medemens kwaad te berokkenen door de regels te overtreden, want „de liefde doet den naaste geen kwaad”. — Rom. 13:10.

Deze oude wereld verkeert in haar huidige politieke, religieuze, economische en sociale wantoestand doordat ze vol is met en geleid wordt door personen die zich er niet om bekommeren overeenkomstig de regels te strijden. Het is echter verstandig en juist dit wel te doen. Geloof in God, waardering voor uw zegeningen, bescheidenheid en liefde zullen u helpen overeenkomstig de regels te strijden, wat tot uw eigen geluk en welzijn zal leiden.