Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w78 1/6 blz. 31-32
  • Vragen van lezers

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vragen van lezers
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1978
  • Vergelijkbare artikelen
  • De „boom” waarvan de val de wereld schokt
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
  • Ga weg van onder die „schoon” uitziende boom!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
  • Jehovah’s naam dient op de gehele aarde bekendgemaakt te worden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
  • Egypte, Egyptenaar
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1978
w78 1/6 blz. 31-32

Vragen van lezers

● Wat wordt bedoeld met „de grote stad die in geestelijke zin Sodom en Egypte wordt genoemd”, waarvan in Openbaring 11:8 melding wordt gemaakt?

De „grote stad” van Openbaring 11:8 is Jeruzalem, en Openbaring verwijst dus feitelijk naar wat door het oude Jeruzalem werd gesymboliseerd.

Het elfde hoofdstuk van Openbaring geeft het visioen weer dat de apostel Johannes had van „twee getuigen” van God. In de context van het verslag over hen, wordt er gewag van gemaakt dat Jehovah God ’zijn grote kracht heeft opgenomen en als koning is gaan regeren’. Jehovah’s Getuigen hebben begrepen dat dit in 1914 G.T. is gebeurd (Openb. 11:17, 18). Volgens de beeldspraak in Openbaring worden de twee getuigen overwonnen en gedood, „en hun lijken zullen liggen op de brede straat van de grote stad die in geestelijke zin Sodom en Egypte wordt genoemd, waar ook hun Heer aan een paal werd gehangen”. — Openb. 11:8.

Daarmee werd duidelijk op Jeruzalem gedoeld, want Jezus werd in Jeruzalem ter dood veroordeeld en vlak buiten de muren van die stad aan een paal gehangen. Jeruzalems inwoners weerspiegelden destijds de kenmerkende eigenschappen van zowel het oude Sodom als van Egypte. (Vergelijk Jesaja 1:10, 21.) De oude Egyptenaren bijvoorbeeld waren tevreden met hun eigen heidense religieuze praktijken en verwierpen in de dagen van Mozes en van het eerste Pascha de ware God. Op overeenkomstige wijze verwierpen de joden in de eerste eeuw G.T. Jezus, „het Lam Gods”, terwijl zij in plaats daarvan vasthielden aan hun religieuze tradities (Joh. 1:29; Matth. 15:3-9; 23:13-26). De hedendaagse tegenhanger van het oude Jeruzalem is de christenheid, zoals Jehovah’s Getuigen reeds lange tijd naar voren brengen. De meesten van haar lidmaten maken er ook aanspraak op God op de juiste wijze te aanbidden, maar in het algemeen leggen zij dezelfde houding aan de dag als de joden die Jezus verwierpen.

Dienovereenkomstig zei het boek ’Dan is Gods mysterie voleindigd’ (uitgegeven in het Engels in 1969) onder andere: Omdat het ontrouwe Jeruzalem Jehovah’s eigen volk in religieus opzicht onderdrukte en het in slavernij bracht, kon het ’in geestelijke zin’ Egypte worden genoemd. Net als het eerste Paschalam in de dagen van de profeet Mozes in Egypte werd gedood, werd ook Jezus Christus, het tegenbeeldige Paschalam, ter plaatse van het ontrouwe Jeruzalem gedood.” Vervolgens voegde het boek er met betrekking tot de huidige tijd aan toe dat ’de uitdrukking „de grote stad” betrekking moet hebben op het tegenbeeldige ontrouwe Jeruzalem, namelijk de christenheid’. — Blz. 316, 317.

Maar waarom verwees De Wachttoren van 15 augustus 1977 naar Openbaring 11:8 in verband met het wereldomvattende politieke stelsel dat nu bestaat?

Het oude Egypte was een in het oog springende politieke macht in zijn tijd. Ezechiël hoofdstuk 31 bevat een waarschuwing, gericht tot „Farao, de koning van Egypte, en tot zijn menigte”.a Bij de bespreking van Ezechiël hoofdstuk 31 verwees De Wachttoren van 15 augustus 1977 terecht naar Openbaring 11:8. Dit werd hoofdzakelijk gedaan om aan te tonen dat het schriftuurlijk juist is om een geestelijke betekenis te hechten aan „Egypte”. De hedendaagse tegenbeeldige vervulling van Ezechiël hoofdstuk 31 heeft geen betrekking op het letterlijke land Egypte. In plaats daarvan is deze profetie van toepassing op het wereldomvattende politieke stelsel van onze tijd. Hoe dat zo? Het oude Egypte was een op de voorgrond tredende militaire macht die als een grote boom trachtte zijn invloed wereldwijd uit te spreiden om alle volken zijn overheersing te doen voelen. Op vergelijkbare wijze is er tegenwoordig een wereldomvattende politieke organisatie die vergeleken kan worden met een hoge ceder op de berghelling van de Libanon, waaronder vele natiën toevlucht zoeken.

Terwijl dus de context van Openbaring 11:8 toont dat het vers zijn hedendaagse vervulling specifiek in de christenheid vindt, zou er terecht naar dit vers verwezen kunnen worden wanneer het erom gaat te laten zien dat het juist is om naar een hedendaagse geestelijke toepassing te zoeken van het „Egypte” dat in Ezechiël hoofdstuk 31 wordt genoemd.

[Voetnoten]

a Ezechiël 31:3 luidt gedeeltelijk: „Zie! Een Assyriër, een ceder op de Libanon.” Vermeldenswaardig is dat sommige vertalingen (SV, NBG, enz.) luiden: Zie, Assur was een ceder op den Libanon . . .” Dit heeft geleid tot de opvatting dat de grote „boom” het oude Assyrië afbeeldde. Maar „was” wordt niet in het oorspronkelijke Hebreeuws aangetroffen. En de context laat zien dat de waarschuwing gericht was tot Farao en zijn menigte, van wie wordt gezegd dat hij lijkt op „een Assyriër” en ook dat hij lijkt op „een ceder op de Libanon”. Kennelijk had de verwijzing naar „een Assyriër” dus eenvoudig ten doel de gedachte over te brengen van een grote militaire macht, wat het oude Egypte was.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen