Het waarheidslicht schijnt in België
BELGIË wordt wel het ’kruispunt van Europa’ genoemd. Waarom? Omdat dit kleine land gelegen is tussen Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland.
De groene en vruchtbare laagvlakten van Vlaanderen, alsook de heuvels en bossen van Wallonië, openen hun „deuren” voor de bewoners van zulke grote steden als Brussel, Antwerpen, Charleroi en Luik. Elk weekeinde reizen tal van mensen over een van Europa’s schitterendste netwerken van verkeerswegen. Deze wegen zijn zelfs ’s nachts verlicht, zodat automobilisten kunnen profiteren van wat de „natuur” biedt.
België is ook een land van tegenstellingen en dikwijls van problemen voor de twee gemeenschappen waaruit de bevolking bestaat. In Vlaanderen wordt Nederlands en in Wallonië Frans gesproken. Brussel ligt precies in het midden van deze twee cultuur- en taalgroepen. Maar de opmerkelijkste tegenstelling vormen wel de 18.000 getuigen van Jehovah die in vrede en eenheid samenwerken om zo’n 9.800.000 inwoners geestelijke hulp te bieden.
EERSTE ECHO’S VAN HET „GOEDE NIEUWS”
Gedreven door innige liefde voor zijn medemensen en een groot verlangen om aan alle soorten van mensen het „goede nieuws” bekend te maken, bezocht Charles Taze Russell in het najaar van 1891, gedurende een rondreis door Europa, ook België. Russell, de eerste president van het Wachttorengenootschap, besefte dat het volk geestelijke vrijheid nodig had, aangezien zij nog altijd in diepe religieuze duisternis verkeerden. Voor de meesten van hen was de bijbel een verboden boek en zij leefden in vrees voor het hellevuur en in eerbiedig ontzag voor de pastoor.
Maar tien jaar later begon iemand die liefde voor rechtvaardigheid bezat en die in de omgeving van Charleroi woonde, de aan het lezen van Gods Woord verbonden bijgelovige vrees te trotseren. Zodra deze man, J. B. Thilmant, de eerste twee delen van Millennial Dawn (later Schriftstudiën genaamd) te pakken had gekregen, organiseerde hij een gezinsbijbelstudie. Dank zij het moedige werk van de familie Thilmant verbreidde het „goede nieuws” zich weldra naar andere steden en zelfs naar Frankrijk.
JEHOVAH ZEGENT DE NEDERIGEN
Noch indrukwekkende religieuze processies noch schitterende kathedralen joegen Jehovah’s nederige dienstknechten vrees aan. Na de Eerste Wereldoorlog fietste een man genaamd Joseph Poelmans, die in de kolenmijnen in Luik werkte en goed onderlegd was in de Nederlandse taal, geregeld 120 kilometer naar Antwerpen ten einde het „goede nieuws” in die stad bekend te maken. De kathedraal van Antwerpen, met haar 120 meter hoge torenspits, herbergt beroemde schilderijen van Rubens, waaronder „De opstanding van Christus”. Maar er was iets anders nodig om de Antwerpenaren te helpen de betekenis te begrijpen van deze gebeurtenis, die waarborgde dat Jezus de door Jehovah aangestelde rechter was om „de bewoonde aarde in rechtvaardigheid te oordelen” (Hand. 17:31). Broeder Poelmans’ nederige werk werd rijkelijk gezegend en thans zijn er in Antwerpen 19 sterke gemeenten.
Na de Eerste Wereldoorlog ging ons werk ook in de omgeving van Luik goed vooruit. Ernest Heuse en Léonard Smets, twee medewerkers van broeder Poelmans, begonnen in die stad van huis tot huis getuigenis te geven. Zij leden grote ontberingen gedurende de beide wereldoorlogen. „Het goede nieuws van vrede” raakte echter het hart van vele mensen, zodat er thans meer dan 30 gemeenten in die streek zijn. — Ef. 2:17.
GECONFRONTEERD MET EEN VERBODSBEPALING
Op 30 maart 1940 kondigde de minister van Binnenlandse Zaken een verbod op al onze publikaties af. Nauwelijks een maand later werd België in een slagveld veranderd en al gauw viel het land ten prooi aan Hitlers legers. Wat zouden de 218 getuigen van Jehovah doen? Zij bleven Gods koninkrijk als de enige hoop voor vrede bekendmaken. Vele Getuigen werden door de nazi-Gestapo opgespoord, gearresteerd en naar nazi-concentratiekampen overgebracht. Enkelen hebben de verschrikkelijke marteling waaraan zij werden blootgesteld, niet overleefd.
Broeder François Hankus in het bijzonder was heel druk in Jehovah’s dienst werkzaam in Charleroi, waar hij werd gearresteerd omdat hij broeder André Wozniak, die door de Gestapo werd gezocht, verborgen hield. Omdat broeder Hankus weigerde de namen van medegelovigen te verraden, werd hij door Hitlers trawanten geslagen en bewusteloos naar een plaats van hechtenis overgebracht. Na zijn arrestatie vond men in zijn woning handenvol haar, waar de klonters bloed nog in zaten. Hij is de wrede behandeling die hij gedurende de jaren van zijn opsluiting onderging, nooit helemaal te boven gekomen. Hij heeft Jehovah echter tot zijn laatste ademtocht in 1954 met heel zijn ziel gediend. Thans zijn er 26 gemeenten in Charleroi.
Het Wachttorengenootschap heeft geen drukkerij in België. Maar tijdens de nazi-bezetting waren de broeders, met medewerking van een drukker in Brussel, in staat 6000 exemplaren van het bijbelstudiehulpmiddel Kinderen te drukken. Toen de oorlog ten einde was, doken meer dan 700 moedige Koninkrijksverkondigers uit hun ondergrondse activiteit op en zij dienden als een springplank voor een ongekende expansie. Broeder Ernest Heuse Jr. trok weg uit Luik om in Brussel te gaan wonen. In die tijd waren er slechts twee gemeenten in de hoofdstad (een Frans- en een Vlaams- of Nederlands-sprekende gemeente) voor meer dan 1.000.000 inwoners. Thans zijn er meer dan 40 gemeenten in Brussel.
Broeder Wozniak, die aan vele valstrikken van de nazi’s was ontkomen, reisde heel Vlaanderen door. Hij was een moedige van-huis-tot-huisprediker. De ontdekking van steenkool bracht veel arbeiders naar de streek die bekendstaat als de Kempen, en steden zoals Genk, Eisden en Waterschei werden vruchtbare akkers voor het bekendmaken van het „goede nieuws”. Langzamerhand werden mensen die liefde voor rechtvaardigheid en waarheid hadden, bevrijd van de vele tradities die hen in gevangenschap hadden gehouden en zij aanvaardden de waarheid, zodat er thans 115 gemeenten in Vlaanderen zijn. In het verleden was het gewoon de pastoor van huis tot huis te zien gaan. Waarom? Om publikaties die door de broeders waren achtergelaten, te verzamelen en te vernietigen.
EEN VOLLEDIG GETUIGENIS GEVEN
Een bezoeker aan de dichtbevolkte gebieden van België is misschien wel verrast Italiaans, alsook Spaans, Grieks, Arabisch, Turks en Engels te horen spreken. In de hoofdstad, Brussel, hebben meer dan 500 internationale organisaties kantoren. De bevolking bestaat voor ongeveer een vijfde uit buitenlanders, en de grootste anderstalige gemeenschap is Italiaans. Tijdens ons internationale congres dat in 1965 in Charleroi werd gehouden, trof N. H. Knorr (de toenmalige president van het Genootschap) regelingen dat het bijkantoor anderstalige gemeenten in België zou organiseren. Voor een gehoor van 725 Italiaanse broeders kondigde hij aan dat er 10 Italiaanse gemeenten opgericht konden worden. Thans zijn er in het hele land 30 Italiaanse gemeenten.
Toen een zekere Italiaan in een kolenmijn werkte, kreeg hij een van onze boeken in handen. Vanwege de band en de gouden letters dacht hij dat het boek veel waarde had. Hij probeerde het daarom te verkopen, maar niemand in de mijn wilde het boek hebben. Ten slotte besloot de man het boek zelf te lezen omdat hij zich afvroeg waarom niemand het wilde kopen. Zo vond hij de waarheid. Hij is nu een aangestelde ouderling in een Italiaanse gemeente en zijn zoon is in de kringdienst.
Een andere Italiaan aanvaardde een bijbelstudie en zag er de noodzaak van in zijn familie de Koninkrijksboodschap te doen horen. Hoewel een katholieke priester hem ervan trachtte af te houden met de studie van de bijbel door te gaan, waren de filosofische argumenten van de geestelijke niet tegen de waarheid opgewassen. De vastbeslotenheid van de man om met de studie door te gaan, kon zelfs niet ondermijnd worden toen zijn vader dreigde: „Als je niet met die nieuwe religie ophoudt, breek ik je benen!” Maar er gebeurde niets van dat alles en mettertijd ondervond deze Italiaan de vreugde dat hij zijn vrouw en andere leden van zijn familie waardering voor de bijbelse waarheid kon bijbrengen. Dit bracht een kettingreactie teweeg die zich door heel België en tot in Zwitserland en Italië verbreidde, zodat er thans meer dan 70 leden van de familie van deze broeder, met inbegrip van zijn ouders, in de waarheid zijn.
Ook de plaatselijke broeders hebben vele met schapen te vergelijken personen onder de Spaans-, Grieks-, Engels- en Turks-sprekende bevolking kunnen vinden. Zonder de taal van een geïnteresseerde te kunnen lezen, leiden Koninkrijksverkondigers vaak bijbelstudies met behulp van twee boeken (één in de taal die door de Getuige wordt gesproken en het andere in de taal van de leerling). Jehovah heeft het waarheidszaad werkelijk doen groeien. Thans zijn er in België negen Griekse, zeven Spaanse en drie Engelse gemeenten. Economische problemen hebben vele Italiaanse, Griekse en Spaanse gezinnen genoopt naar hun geboorteland terug te keren, maar dit is een zegen gebleken omdat deze Getuigen het werk in hun respectieve landen, waar de behoefte veel groter is dan in België, voortzetten.
ONVERSCHILLIGHEID OVERWINNEN
Wanneer Jehovah’s dienstknechten in België thans van huis tot huis gaan, ontmoeten zij een toenemende onverschilligheid onder de mensen. De huidige generatie wordt geheel in beslag genomen door het verlangen hun materiële bezittingen te vermeerderen en is niet geïnteresseerd in religie. Katholieken zijn teleurgesteld door wat er in hun eigen religie gaande is. Sommigen zeggen: „Niets gaat er goed in de kerk.” En anderen merken op: „Het is het eind van de katholieke Kerk.” In het verleden was de katholieke Kerk er trots op te kunnen zeggen dat België voor bijna 100 percent katholiek was. Maar onlangs heeft een priester in Brussel gezegd dat momenteel slechts 10 percent van de katholieken in België hun religie beoefenen en dat slechts 10 percent hiervan als „goede christenen” worden beschouwd. Wij moeten daarom heel veel moeite doen om personen te vinden die zich oprecht voor de bijbel interesseren. Maar onze krachtsinspanningen worden gezegend en gedurende de afgelopen twee jaar zijn er meer dan 1600 personen als symbool van hun opdracht aan Jehovah God gedoopt.
Het Koninkrijkspredikingswerk is in België zo bekend dat het niet ongewoon is mensen over Jehovah’s Getuigen te horen spreken. Op een dag hoorde een broeder op zijn werk toevallig een heftig gesprek dat als volgt ging: ’Je moet toegeven dat als je er de tijd voor neemt om met een van hen te spreken, er wel wat waarheid schuilt in wat zij zeggen.’ De broeder, wiens nieuwsgierigheid was gewekt, vroeg over wie zij het hadden. Het antwoord luidde: ’Jehovah’s Getuigen natuurlijk. Zijn ze nooit bij jou aan de deur geweest?’ Daarop stelde de broeder zich voor als een Getuige en dit leidde tot een bijbelstudie met een van de mannen en zijn vrouw. De week daarop was er nog een echtpaar bij de studie aanwezig, en de week daarna had een jonge vrouw zich bij het groepje aangesloten. Tijdens de studie zat haar man rustig op de bank een werelds tijdschrift te lezen. Een andere keer bleef hij in de keuken. Tijdens de vierde studie hield hij zich weer op een afstand. Maar toen de vraag werd gesteld welk jaar het begin van de „laatste dagen” kenmerkte en er een ogenblik werd geaarzeld, fluisterde hij tegen zijn vrouw: „1914!” (2 Tim. 3:1) Zonder dat de andere aanwezigen het wisten, had hij het boek De waarheid die tot eeuwig leven leidt reeds helemaal uitgelezen. Daarna nam de man geregeld aan de studie deel. Eensgezind besloten de drie echtparen met roken op te houden en zich bescheiden te kleden. Er werd snelle geestelijke vooruitgang gemaakt en alle zes zijn nu gedoopte christenen.
JONGE MENSEN AANVAARDEN DE WAARHEID
Het falen van de christenheid heeft religieuze apathie en gewelddadigheid teweeggebracht. Bevrijd van dwang en bijgeloof, hebben veel jonge mensen hun aandacht op andere dingen gericht, met inbegrip van drugs en losbandigheid. Maar tal van jongeren zijn geholpen hun leven in het reine te brengen door het ware christendom te aanvaarden.
Een 15-jarige jongeman sloot zich aan bij een motorrijdersbende die vaak met andere benden vocht. Mettertijd ging hij naar Amsterdam om met verschillende drugs te experimenteren. Later ging hij zich in België met prostitutie ophouden en haalde meisjes over om in bordelen te gaan werken. Toen hij wegens zijn illegale activiteiten door de politie werd gezocht, concludeerde de inmiddels 21-jarige jongeman dat het leven geen doel had. Omdat hij een afkeer van zo’n bestaan had gekregen, bad hij en vroeg God, als Hij werkelijk bestond, hem te helpen uit de warboel te komen waarin hij zat. Later ontdekte hij dat zijn oudere broer een van Jehovah’s Getuigen was geworden en dat zijn vader, die een dronkaard, ruziemaker en gokker was geweest, met deze gewoonten had gebroken en een bijbelstudie bezocht. De jongeman begon eveneens de bijbel te bestuderen en besefte dat zijn gebed was verhoord.
Mettertijd gaf deze jeugdige persoon zichzelf bij de politie aan. Het meisje met wie hij had samengeleefd en dat aan zijn onwettige praktijken had meegedaan, aanvaardde de waarheid eveneens en zij trouwden met elkaar. Wegens de veranderingen die de jongeman in zijn leven had aangebracht, schold de rechtbank hem zijn vroegere misdaden kwijt. Dit had een geweldig getuigenis in die omgeving tot gevolg en het echtpaar leidt thans een voorbeeldig christelijk leven.
WIJ WINNEN RESPECT
Wat ons werk betreft, is de situatie in België de laatste paar jaar enorm veranderd. De radio, de televisie en de pers hebben alle onze voorbeeldige christelijke levenswijze beklemtoond. Deze commentaren zijn niet onopgemerkt gebleven en hebben vele personen geholpen aanbidders van Jehovah te worden. Het internationale „Goddelijke zegepraal”-congres dat in 1973 in Brussel werd gehouden, heeft een diepe indruk op de bevolking nagelaten. Broeders uit Spanje en Portugal die toen niet de vrijheid genoten om openlijk samen te komen, kwamen naar Brussel voor dat congres, waar op de laatste dag in totaal 53.199 personen aanwezig waren. Er werd een geestdriftig getuigenis in Brussel gegeven en zelfs nu nog spreken de mensen over die bijeenkomst.
Zelfs katholieke priesters halen Jehovah’s Getuigen als voorbeelden aan. Op een dag kwam een vrome katholiek in het bezit van een bijbel. Toen hij erin las, besefte hij hoezeer hij in verwarring was. Omdat hij wilde weten waar de waarheid te vinden was, bad hij dag en nacht tot God. Op een zondag, tijdens de mis, hoorde de man de priester tot de vier aanwezige personen zeggen dat de ware christenen Jehovah’s Getuigen zijn, omdat zij van huis tot huis gaan om Gods boodschap te prediken. Wat een openbaring was dat — en nog wel regelrecht uit de mond van de priester! Nog altijd tot dezelfde vier personen sprekend, voegde de priester eraan toe: „En jullie, jullie doen nog niet eens moeite om naar de kerk te komen.” Deze woorden bewogen de man ertoe de katholieke Kerk te verlaten en de waarheid te zoeken. Juist in die tijd werd hij uitgenodigd de herdenking van Jezus Christus’ dood bij te wonen en hij was zeer onder de indruk van de wijze waarop de spreker de Schrift gebruikte. Het hart van de man werd geraakt en hij vroeg de Getuigen om een bijbelstudie waardoor hij uiteindelijk werd geholpen zijn leven aan Jehovah op te dragen.
Inderdaad, de tijden zijn veranderd als men zich de begindagen van het Koninkrijkspredikingswerk in België herinnert. Te oordelen naar de 36.383 personen die de Gedachtenisviering in 1979 bijwoonden — meer dan het dubbele van het aantal Koninkrijksverkondigers in België — is de oogst evenwel nog niet geëindigd.
Er moet nog steeds veel getuigeniswerk in België worden verricht als men de bevolkingsdichtheid, een van de meest geconcentreerde ter wereld, in aanmerking neemt. Evenals Jezus Christus voelen wij medelijden met deze mensenmenigte omdat zij, geestelijk gesproken, „gestroopt en heen en weer gedreven . . . als schapen zonder herder” zijn. Ja, de „oogst” is nog altijd groot in België. — Matth. 9:36, 37.
[Kaart op blz. 8]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Antwerpen
Gent
VLAANDEREN (Nederlands-sprekend)
Brussel (Tweetalig)
Luik
Charleroi
WALLONIË (Frans-sprekend)