Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w84 15/9 blz. 28-32
  • Een grote stap voor een klein land

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Een grote stap voor een klein land
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1984
  • Onderkopjes
  • Jehovah’s leiding zichtbaar
  • De uitdaging aanvaarden
  • Jehovah schonk het wasdom
  • Vooruitzien
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1984
w84 15/9 blz. 28-32

Een grote stap voor een klein land

„TOEN wij dit allemaal zagen, waren wij sprakeloos!” Dat was slechts één van de vele opmerkingen die de enthousiaste gasten op 29 oktober 1983 maakten tijdens de plechtigheden voor de inwijding van het nieuwe bijkantoorcomplex van Jehovah’s Getuigen in Emmen.

Een menigte van 1150 personen, onder wie 54 afgevaardigden uit negen andere landen, woonde het feestelijke programma bij. Tot de aanwezigen behoorden ook honderden oudgedienden, die met hun „grijze haar” deze gelegenheid een bijzonder tintje gaven. Een van de speciale gasten was M. G. Henschel, een lid van het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen, die helemaal uit New York overgekomen was om een aandeel aan het inwijdingsprogramma te hebben. In twee congreshallen in de omgeving waren 2978 aanwezigen bijeengekomen om dia’s te bekijken en het programma via een telefoonverbinding te volgen.

Jehovah’s leiding zichtbaar

Wat de gasten kwamen bezichtigen en waarover zij zo gloedvol spraken, waren de nieuwe faciliteiten van het Nederlandse bijkantoor van het Wachttorengenootschap. Het gebouwencomplex biedt woongelegenheid aan maximaal 120 werkers op het bijkantoor. Ook bevat het een eetzaal voor 160 personen, een moderne keuken annex bakkerij, een wasserij, een Koninkrijkszaal en een bibliotheek. Bovendien zijn er kantoren waar dertig personen comfortabel kunnen werken, alsmede een drukkerij- en expeditieruimte ter grootte van een half voetbalveld. Dit alles ligt op een terrein van 5 ha in de stad Emmen.

Maar waarom in Emmen, zo ver van de grote steden in het westen van Nederland en van het voormalige bijkantoor in Amsterdam? Het verhaal van de speurtocht naar een geschikt terrein in dit dichtbevolkte landje toont duidelijk Gods leiding.

In 1978 begon men met zoeken. Tegen 1980 leek het erop dat alle moeite vergeefs was geweest als gevolg van de strenge wetten op de ruimtelijke ordening die de Nederlandse regering hanteert en waardoor het bouwen van complexen op grote schaal zoals wij nodig hadden, aan banden wordt gelegd. Het Wachttorengenootschap besloot daarom niet langer te zoeken en zich rechtstreeks tot een van de landelijke directeuren van de Ruimtelijke Ordening te richten.

Al spoedig volgde er een onderhoud. De directeur luisterde aandachtig naar de voorstellen van de Getuigen. Toen zei hij tot ieders verbazing: „Jehovah’s Getuigen hebben in ons land tijdens de Tweede Wereldoorlog uniek werk gedaan en dat wordt helaas maar al te vaak vergeten. Ik zal ervoor zorgen dat u in één van de drie noordelijke provincies van Nederland uw centrum krijgt.” Jehovah heeft de gebeden van zijn volk werkelijk verhoord.

De volgende ochtend al werd er een afspraak gemaakt met de Directeur van de Planologische Dienst voor de provincie Drenthe. Binnen 24 uur werd er een terrein van ongeveer 5 ha in Emmen gevonden. Het bleek precies te zijn wat wij nodig hadden. Emmens vriendelijke burgemeester, die verbaasd stond over de behulpzame houding van de autoriteiten voor ruimtelijke ordening, bevestigde dat het gemeentebestuur van Emmen Jehovah’s Getuigen graag ter wille zou zijn. Aan deze belofte heeft men zich consequent gehouden.

De uitdaging aanvaarden

In augustus 1980 werd met het graafwerk begonnen. Maar er was één probleem. Tot die tijd hadden de Getuigen in Nederland nooit iets groters gebouwd dan een Koninkrijkszaal of een congreshal. Nu stonden zij voor de uitdaging een tehuis voor 120 mensen en een moderne drukkerij met een eigen machinepark en elektronische zetapparatuur te bouwen. Het was dan ook geen wonder dat toen er een dia werd vertoond van het oorspronkelijke groepje van vijftien bouwers die een begin met het project zouden maken, alle aanwezigen bij het inwijdingsprogramma het erover eens waren dat de bouwers en organisatoren op zijn zachtst gezegd „optimistisch waren”.

Al spoedig groeide de groep uit tot 120 volle-tijdwerkers. Tijdens de weekenden kwamen vaak wel 150 mensen uit de gemeenten helpen. Maar hoe heeft deze groep betrekkelijk onervaren werkers het karwei gedaan weten te krijgen? „De engelen zijn voor ons aan het bouwen geweest”, zei een van de bouwers. Op een of andere manier kwam het met moeilijke opgaven altijd in orde, en problemen werden op een onverwachte manier opgelost.

Beton bijvoorbeeld is in dit deel van het land erg duur, maar er werd ons voordelig een tweedehands betoncentrale aangeboden, die een besparing van ongeveer ƒ 180.000 opleverde. En juist toen er een grote hijskraan nodig was, had een bouwbedrijf er een te koop. Binnen enkele weken werd er een kraan van 40 meter op het bouwterrein opgezet. En wie zou die bedienen? Een speciale pionier (volle-tijdbedienaar) die met het oog daarop slechts enkele weken voordat met de bouw werd begonnen, een opleiding tot kraanmachinist had gevolgd.

Met andere vaklieden ging het net zo. Vrijwel de gehele centrale-verwarmingsinstallatie en alle sanitaire voorzieningen werden ontworpen en geïnstalleerd door volle-tijdwerkers. Drie van de tekenaars waren via elkaar in de waarheid gekomen. Zelfs de bouwopzichter scheen precies op het juiste moment op het toneel te zijn gekomen. Hij leerde de waarheid pas enkele jaren daarvoor kennen en verhuisde met zijn vrouw naar Emmen.

Jehovah schonk het wasdom

Ondanks de prijzenswaardige inspanningen van de kant van de broeders, bleef één vraag de geest van veel aanwezigen bij de inwijding bezighouden: „Hoe is het toch mogelijk dat Jehovah’s volk in dit kleine landje zo’n gigantisch project heeft kunnen verwezenlijken?” Het antwoord lag voor de hand. Zonder Jehovah’s zegen zou zo’n bouwproject niet nodig, laat staan mogelijk geweest zijn. De verschillende sprekers bij de inwijding namen de toehoorders in vogelvlucht mee door het verleden, om te laten zien hoe Jehovah de getrouwen gezegend had.

Willi Diehl, een afgevaardigde uit Zwitserland, vertelde wat er aan het einde van de Eerste Wereldoorlog gebeurde. Hij verhaalde hoe J. F. Rutherford, de toenmalige president van het Wachttorengenootschap, Adriaan Block, een Nederlandse tandarts die in Mulhouse in Frankrijk woonde, uitnodigde om naar Nederland terug te keren en daar met het predikingswerk te gaan helpen. Tot die tijd had het werk in Nederland onder het opzicht van het Centraaleuropese bijkantoor in Bern (Zwitserland) gestaan. Zo werd in 1922 in de Witte de Withstraat in Amsterdam een bijkantoor geopend. In 1927 werd het naar Haarlem verplaatst.

In het begin vorderde het werk met de snelheid van een ossewagen, zoals destijds werd gezegd. Maar de ossewagen werd langzaam maar zeker vervangen door de auto. Een andere spreker, Richard Kelsey uit Duitsland, vertelde de toehoorders hoe pioniers uit Duitsland in feite de weg hebben gebaand voor het werk in Nederland. In 1932 waren acht van de twaalf pioniers in dit land uit Duitsland afkomstig. Later dreef de vervolging door de nazi’s nog veel meer Duitse broeders en zusters naar Nederland, waar zij het predikingswerk voortzetten.

Naarmate het predikingswerk vooruitging, verscheen er steeds meer lectuur in het Nederlands. Eerder, in 1918, was De Wachttoren al eens in het Nederlands verschenen. Maar wegens gebrek aan belangstelling was het bij slechts drie uitgaven gebleven. In 1926 verscheen het tijdschrift opnieuw, om nooit meer te verdwijnen, zelfs niet gedurende de donkere dagen van de Tweede Wereldoorlog.

Vlak voordat Nederland in de oorlog verwikkeld raakte, en met ingang van de uitgave van oktober 1939, werd de Nederlandse Wachttoren gedrukt op een pers die uit Praag (Tsjechoslowakije) gekomen was. Alle aanwezigen bij de inwijding waren ontroerd toen zij op het podium de man zagen die deze pers had bediend, broeder Alois Stuhlmiller, een van de eerste pioniers uit Duitsland, en zij uit zijn eigen mond het verhaal over het drukken van de tijdschriften mochten vernemen.

De drukkerijwerkzaamheden in Haarlem waren niet van lange duur. Al spoedig werd de pers door de nazi-bezetters in beslag genomen. Na de oorlog gaf de Nederlandse regering bij wijze van schadevergoeding toestemming om een drukkerij in Amsterdam te vestigen, hoewel de tijdschriften in andere landen moesten worden vervaardigd. Deze drukkerij is thans uitgegroeid tot de compleet ingerichte rotatie-offsetdrukkerij in Emmen, waar nu de Nederlandse tijdschriften worden gedrukt.

Vooruitzien

Niet alleen de gebouwen en de drukkerij hebben onlangs een grote uitbreiding ondergaan. Ook met het bijkantoorpersoneel, ofwel de Bethelfamilie, is dat het geval. Toen het bijkantoor na de Tweede Wereldoorlog werd geopend, waren er aanvankelijk maar drie of vier medewerkers. In 1964 was de Bethelfamilie uitgegroeid tot negentien leden. Nog in het begin van de jaren ’80 waren het er ongeveer 25. Op het moment dat dit geschreven wordt, wonen er 75 Bethelieten in hun nieuwe huis in Emmen, en zij hebben de handen vol aan al het werk. Nu zij al deze voorzieningen en faciliteiten tot hun beschikking hebben, zien zij uit naar nog grotere dingen.

Een grote stap? Voor dit kleine landje wel! Te groot? Nee! Want zoals broeder Henschel in zijn inwijdingstoespraak opmerkte: „Dit gebouw is niet voor niets gemaakt.” Er ligt een grote toekomst voor het werk van de Heer in dit kleine land. Wij moeten vooruitzien en de hand aan de ploeg houden. De 28.000 getuigen van Jehovah in Nederland zijn hiertoe vastbesloten. Ook al zijn de tijden veranderd en is de belangstelling voor godsdienstige aangelegenheden over het algemeen op de achtergrond geraakt, er zijn nog altijd veel mensen die gunstig reageren op de bijbelse boodschap omtrent een toekomstige nieuwe ordening. Indien het Jehovah’s wil is, zullen de Nederlandse Getuigen zich graag laten gebruiken om de Koninkrijksbelangen in dit kleine land te blijven bevorderen.

[Kaart op blz. 28]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

NEDERLAND

Emmen

Haarlem

Amsterdam

WEST-DUITSLAND

BELGIË

[Illustratie op blz. 30]

De lobby van het nieuwe bijkantoor

[Illustratie op blz. 31]

Alois Stuhlmiller vertelde hoe De Wachttoren voor het eerst in Nederland werd gedrukt

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen