Jullie dienstvergaderingen
WEEK DIE OP 6 NOVEMBER BEGINT
22 min: Lied 32. Financieel overzicht en plaatselijke mededelingen. „Het goede nieuws aanbieden — Met het ’Jeugd’-boek.” Bespreek stof met toehoorders. Laat hen reageren op punten in paragraaf 2 en kijk of er verkondigers zijn die goede ervaringen hebben opgedaan door met jonge mensen aan de deur te spreken. Demonstreer paragraaf 3, misschien door eerst een volwassene met een jongere te laten spreken en vervolgens een tienerverkondiger met een andere tiener. Nodig toehoorders uit commentaar te geven op punten in de toespraakjes die volgens hen doeltreffend zijn. Verwerk tijdens behandeling van rest van artikel eventuele suggesties waar jongelui plaatselijk te vinden zijn en hoe er met hen gesproken kan worden.
23 min: Op bijbelstudies onderwijzen door de Schrift te beklemtonen, zodat de student zal inzien dat hij de bijbel bestudeert. Wij onderwijzen op bijbelstudies Jehovah’s gedachten. Wanneer mensen de bijbel bestuderen, is het belangrijk dat zij datgene wat zij beschouwen ook begrijpen (Neh. 8:8). Er is geen specifieke methode om dit te bereiken; mensen reageren niet allemaal gelijk. Gebruik datgene wat het beste schijnt om de bijbel voor degenen met wie je studeert begrijpelijk te maken. Beklemtoon schriftplaatsen, maar dit betekent niet dat iedere tekst in de les gelezen en besproken moet worden. Wellicht wil je met de zaal enkele van de volgende suggesties behandelen en/of andere die het plaatselijk goed gedaan hebben.
(a) Gedurende de eerste paar studies wil je uitgeschreven schriftplaatsen wellicht opslaan. De huisbewoner zal dan datgene wat hij in zijn bijbel ziet, kunnen vergelijken met wat hij in het boek ziet. Moedig student aan in zijn antwoorden teksten te verwerken. Voorbeeld: Wanneer je leerling antwoord geeft en er een schriftplaats is die hij had kunnen gebruiken, zou je kunnen vragen: „Hoe bewijst [tekst] dat punt?”
(b) Stel aanvullende specifieke vragen. Eenvoudig te vragen: „Wat hebt u uit die schriftplaats begrepen?” is mogelijk niet voldoende. Vaak is het antwoord zo algemeen dat hem het punt waar het werkelijk om gaat, ontgaat.
Voorbeeld van betere methode: Op bladzijde 12 van het „Goed nieuws”-boek luidt de vraag over par. 6: „Met welk doel werden deze dingen eertijds geschreven?” Er wordt naar 1 Korinthiërs 10:11 verwezen. Na de tekst gelezen te hebben, zou je kunnen vragen: „Waarom is het goed de bijbel te lezen?” „Door welke verklaring in de tekst wordt dat bewezen?” Je zou de toehoorders om nog meer voorbeelden kunnen vragen.
(c) In plaats van uitsluitend vragen te stellen waardoor zijn algemene kennis wordt vergroot, zouden de herhalingsvragen grotendeels van het type kunnen zijn dat voor beantwoording redenatie aan de hand van de bijbel vereist.
(d) Schrijf de hoofdpunten die in een bepaald hoofdstuk beschouwd worden met de schriftplaatsen die deze punten ondersteunen, op een kaartje of een blaadje papier. Je kunt dit kaartje of blaadje in je bijbel opbergen en het gebruiken wanneer de studie voor het eerst geleid wordt; misschien is het het beste om alleen de bijbel te gebruiken.
Herinner de toehoorders eraan dat er geen vaste procedure is die gevolgd moet worden. En dat het evenmin nodig is iedere schriftplaats te lezen. Heel wat verkondigers hebben in het veld profijt gehad van de bovenstaande suggesties. Tot besluit wil je wellicht par. 8 op blz. 42 van het „Goed nieuws”-boek laten voorlezen en de toehoorders de punten (b) en (c) laten toepassen.
15 min: Moedig allen — en in het bijzonder jongelui en anderen die in december enige tijd vrijaf hebben — aan de mogelijkheid te overwegen hulppionier te zijn. Verscheidenen van degenen die van plan zijn in de hulppioniersdienst te gaan, zouden kunnen vertellen hoe zij hun aangelegenheden te dien einde regelen en wat zij doen om anderen uit te nodigen zich bij hen te voegen. Vestig de aandacht op het artikel „De ’Bloed’-brochure bestuderen” en op het schema voor het bestuderen van deze brochure, en moedig verkondigers aan zich extra goed voor te bereiden. Lied 19 en gebed.
WEEK DIE OP 13 NOVEMBER BEGINT
20 min: Lied 79. „Jehovah’s Getuigen en de bloedkwestie.” Te behandelen door de broeder in de gemeente die de veldtocht coördineert.
Behandel Brief Bijkantoor. Verwerk feiten over aantal plaatselijke ziekenhuizen, artsen, enzovoorts, in de mate dat je dergelijke gegevens hebt kunnen verkrijgen. Beklemtoon de voordelen. Geef korte uiteenzetting van veldtocht aan de hand van punten onder onderkopje „Doel” in brief van 6 oktober 1977. Behandel voornamelijk de rol van degenen in de gemeente in het algemeen om hun eigen artsen te bezoeken. Beklemtoon waarom verkondigers het niet op zich dienen te nemen om zelf alle artsen te bezoeken; dienen contact op te nemen met iemand die is aangesteld om de krachtsinspanningen te coördineren.
Laat volwassenen (of gezinshoofden) briefjes invullen waarop zij hun eigen naam en de naam en het adres van de arts vermelden. (Vermeld in steden met een stadsopziener ook de naam van de gemeente.) Gebruik voor iedere arts of advocaat een afzonderlijk briefje. Verkondigers dienen ook een briefje in te vullen voor iedere arts, advocaat, rechter, ziekenhuisbeheerder, verpleger of verpleegster die zij persoonlijk kennen en die derhalve het beste door hen benaderd kunnen worden. Vraag om suggesties met betrekking tot het verkrijgen van lijsten, door contacten in ziekenhuizen en bekendheid met medische faculteiten of scholen voor verpleegkundigen te benutten, enzovoorts. Verklaar dat de briefjes later teruggegeven zullen worden zodat de verkondiger de folder en de brochure (of alleen de folder) kan afgeven.
20 min: Problemen op bijbelstudies behandelen — Gebrek aan voorbereiding van de zijde van de leerling. Het is goed te beseffen dat de meerderheid van de leerlingen niet vooruit studeert. Problemen en andere verantwoordelijkheden kunnen voorbereiding verhinderen. Iedere leerling dient als een individueel persoon behandeld te worden. Het gaat om het onderwijs, en niet noodzakelijkerwijs om de methode die gebruikt wordt. Wees plooibaar in je benadering. Dwing je studie niet om een standaardmethode te volgen als hij beter op een andere manier onderwezen kan worden. Je kunt met de toehoorders de volgende bevindingen en/of andere die plaatselijk van toepassing zijn, bespreken.
(a) Hoewel het goed is om tot voorbereiding aan te moedigen, zou het onverstandig kunnen zijn om er een groot punt van te maken als de leerling zijn les niet van tevoren voorbereidt. Sommige broeders leggen pas de nadruk op voorbereiding wanneer de leerling werkelijk bij het bespreken van de bijbel betrokken raakt. Door eerst de schriftplaatsen en paragrafen te lezen, zal de verkondiger wellicht geholpen worden om vaart in de studie te houden. Zelfs langzame leerlingen, met een beperkte opleiding, kunnen aldus geholpen worden vorderingen te maken.
(b) Indien dit passend is en er zich een goede gelegenheid voordoet, laat je studie dan zien hoe te studeren. Misschien zou je dit kunnen doen door samen met hem de volgende les voor te bereiden. Dit hoeft bij toekomstige bezoeken wellicht niet herhaald te worden.
(c) Bouw enthousiasme voor de volgende studie op. Enkele hoofdpunten uit de volgende les moedigen de leerling mogelijk aan om zich voor te bereiden en vol verwachting naar de volgende studie uit te zien.
20 min: Onze jongeren leren kennen. Ouderling (bij voorkeur een vader) laat verscheidene jongeren, maar slechts één tegelijk, op het podium komen; breng hen er op hartelijke wijze toe enkele van de volgende vragen, die hun van tevoren gegeven zijn, te beantwoorden: Wat vind je het fijnste van de vergaderingen? Waarom? Heb je profijt gehad van het „Jeugd”-boek? In welk opzicht? Wat was het grootste probleem waaraan je het hoofd hebt moeten bieden? Hoe heb je het aangepakt? Zouden jullie het op prijs stellen als volwassenen meer met jullie spraken? Waarover? Wat zouden volwassenen in de gemeente volgens jou kunnen doen om jullie te helpen? Is er iets in de theocratische lectuur waar je in het bijzonder van genoten hebt? Wat doe je wanneer een medescholier wil dat je aan iets slechts meedoet? Help de jongeren te beseffen dat wij voor hen en hun gevoelens belangstelling hebben. Help aan het einde van je bespreking zowel de jeugd als de ouderen onder ons in te zien hoe belangrijk het is deze maand het „Jeugd”-boek te verspreiden. Lied 55 en gebed.
WEEK DIE OP 20 NOVEMBER BEGINT
15 min: Lied 77. Plaatselijke mededelingen. Bespreking met toehoorders: De voorzieningen van Jehovah waarderen. Hoe worden wij door het tonen van waardering geholpen om niet kritisch en geen klagers te worden? (1 Tim. 6:6-8; Matth. 18:32-35) Waarom is het belangrijk dat wij de stoffelijke en geestelijke zegeningen van Jehovah, met inbegrip van het leven zelf, niet als iets vanzelfsprekends aanvaarden? (Deut. 8:10-14; Ps. 90:12; Luk. 12:15) Op wat voor praktische manieren kunnen wij de houding van David in Psalm 27:4 weerspiegelen?
25 min: Lezing en zaalbespreking van organisatorische wijzigingen die in het inlegvel van deze „Koninkrijksdienst” besproken worden. Aangezien het hele inlegvel beschouwd zal worden, zullen slechts de hoofdpunten worden besproken. Uitgekozen schriftplaatsen kunnen gebruikt worden om schriftuurlijke ondersteuning voor de wijzigingen aan te tonen.
20 min: Problemen op bijbelstudies behandelen — Wanneer de persoon met de studie wil ophouden. Het is goed om in gedachten te houden dat onze bezorgdheid naar hem als persoon dient uit te gaan, niet louter als iemand die niet met zijn bijbelstudie dient op te houden. Mensen kunnen zelfs al bij je tweede bezoek met de studie willen ophouden. Soms zijn verkondigers na het eerste contact met de huisbewoner niet in staat de bijbelbesprekingen voort te zetten. Hierbij kunnen een aantal factoren een rol spelen. Het is het beste iedere neiging te vermijden om te proberen de persoon ertoe te „pressen” zijn studie voort te zetten. Gebruik de bijbel om met je studie te redeneren en moedig hem aan. Het vergt wellicht meer dan één bezoek om hem thuis te treffen. Bespreek met de toehoorders de volgende bevindingen van broeders in het veld.
(a) Onderscheid de ware reden: In het gevoel van sommige mensen schept „de bijbel bestuderen” een verplichting, iets dat beslag legt op henzelf, hun tijd of privacy. Het kan dus zijn dat de huisbewoner niet thuis is wanneer de verkondiger terugkomt, of hem openhartig zegt dat hij niet wil „studeren”. Dit was het geval met een Chinese man die tegen de verkondiger zei: „Ik wil geen bijbelstudie, maar ik zou enkele verdere besprekingen bijzonder op prijs stellen.” Anderen hadden het gevoel dat zij geïndoctrineerd werden doordat verkondigers hun te veel in korte tijd probeerden te leren. Een flink aantal ontvangt tegenstand van familieleden en vrienden. Als dit het geval is, vermijd het dan een al te harde kritiek te hebben op degenen die de leerling beïnvloed hebben om met de studie op te houden. Erken dat zij hiermee in het beste belang van de leerling menen te handelen.
(b) Bereid de leerling al tijdens de eerste studie, of heel snel daarna, op tegenstand voor. Aan het eind van iedere studie zou je één of twee schriftplaatsen kunnen beschouwen die hem voor mogelijke tegenstand waarschuwen. Het schijnt het beste om eerst op algemene wijze over tegenstand te spreken en vervolgens specifieker te worden.
(c) Word een vriend van je bijbelstudie. Door een vriend, en niet slechts een koele, zakelijke onderwijzer te zijn, zal hij geholpen worden aan tegenstand het hoofd te bieden. Als je verneemt dat hij ziek geweest is, bel hem dan op om te horen hoe hij het maakt. En wanneer leden van zijn gezin zich niet goed voelen, ga dan (ook al geven zij misschien van tegenstand blijk) even langs om hen als een vriend, en niet als prediker, een bezoekje te brengen. Moedig je studie aan de tegenstanders lief te hebben, overeenkomstig Jezus’ woorden ’onze naaste lief te hebben als onszelf’. Blijf zoveel mogelijk met hem in contact en niet slechts op de tijd die voor bijbelbesprekingen gereserveerd is. Zelfs als de studie tijdelijk wordt afgebroken, dient de studieleider in nauw contact met de leerling te blijven. Probeer de deur voor verdere besprekingen open te laten. Lied 72 en gebed.
WEEK DIE OP 27 NOVEMBER BEGINT
18 min: Lied 11. „Dienstvergaderingen interessanter maken.” Lezing en zaalbespreking. Presiderende opziener zou dit kunnen behandelen en eventuele suggesties kunnen verwerken waarvan het lichaam van ouderlingen meent dat ze de plaatselijke dienstvergadering zouden verbeteren.
22 min: „Je arts benaderen.” Te behandelen door de broeder in de gemeente die de veldtocht coördineert.
Bespreek hoe je bij het bezoeken van je huisarts (of advocaat) te werk kunt gaan. Waarom het het beste is kort, duidelijk en vriendelijk te zijn. Korte demonstratie waarin broeder brochure en folder aan arts aanbiedt. (Volgens bewoordingen in artikel.) Dring er bij allen op aan de gedachten in hun geest te prenten en vervolgens in hun eigen woorden weer te geven. Wij zijn er niet op uit iedere arts in een lang gesprek te betrekken, maar willen hem aanmoedigen de stof te lezen. Leg uit waarom sommigen gevraagd wordt slechts de folder aan hun huisarts te overhandigen. Vestig aandacht op hetgeen er op de achterzijde van de folder geschreven kan worden. Ook zou je heel in het kort kunnen laten demonstreren hoe brochure, en mogelijk folder, wordt aangeboden aan een vriendin die verpleegster is. Geef tijdens of na afloop van de vergadering de briefjes met het bijpassende aantal folders en brochures, aan de verkondigers terug. (Als het vast staat dat er ruim voldoende folders voor de veldtocht zijn, zou je iedere verkondiger of elk gezinshoofd een persoonlijk exemplaar kunnen geven om zelf te houden. Wij zullen de folder niet in de velddienst gebruiken.)
20 min: „Je vreugde in het dienen van God vergroten.” Vragen en antwoorden. Behandel artikel in 10 minuten. Gebruik de resterende 10 minuten om verkondigers van verschillende leeftijd en achtergrond te interviewen over datgene wat hun in het bijzonder vreugde in Jehovah’s dienst schenkt. Laat zien hoe sommigen problemen hebben overwonnen die het vergroten van hun vreugde in de weg stonden, zoals (1) vrees om met vreemden te spreken of gebrek aan motivatie; (2) gebrek aan voorbereiding op de dienst; (3) frequente gebiedsbewerking of negatieve reactie van mensen in het gebied. Als het een probleem vormt om mensen thuis te treffen, is avondgetuigenis misschien de oplossing. Geef overzicht van dienstregelingen voor komende week. Lied 101 en gebed.