Schema voor de Theocratische School voor 1980
RICHTLIJNEN
In 1980 zullen voor de Theocratische School de volgende regelingen gelden.
STUDIEBOEKEN: De toewijzingen zullen gebaseerd zijn op de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift, De Wachttoren [w], Ontwaakt! [g], Bijbelse onderwerpen voor gesprekken [td], en de boeken „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig” [si], Commentaar op De brief van Jakobus [cj] en Mijn boek met bijbelverhalen [my].
De school zal beginnen met lied en gebed en een verwelkoming, en dan als volgt verder gaan:
TOEWIJZING NO. 1: 20 minuten. Dit onderdeel zal indien mogelijk door een ouderling of, zo nodig, door een bekwame dienaar in de bediening behandeld worden. Wanneer het gebaseerd is op Commentaar op De Brief van Jakobus, zal het in de vorm van een vraag-en-antwoordbespreking behandeld worden, waarbij gebruik wordt gemaakt van de vragen aan het eind van elk hoofdstuk. Ook kunnen, naar de tijd het toelaat, de aangehaalde maar niet-uitgeschreven teksten besproken worden. Een broeder die goed leest, kan van tevoren worden aangewezen om de paragrafen te lezen. Het doel dient niet alleen te zijn de stof begrijpelijk te maken, maar de aandacht te vestigen op de wijze waarop de stof op de specifieke behoeften van de gemeente toegepast kan worden. Om volledig profijt van deze bespreking te trekken, zullen allen in de gemeente zich zorgvuldig moeten voorbereiden. Als er punten voor verbetering zijn die de schoolopziener in verband met deze toewijzing in gedachten heeft, kan hij dit na de vergadering met degene die dit onderdeel heeft behandeld, bespreken.
Wanneer dit onderdeel gebaseerd is op „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”, zal het als een instructielezing, met een specifiek thema, behandeld worden. Wederom zal het doel niet slechts zijn slechts een samenvatting van de stof te geven, maar veeleer de aandacht te vestigen op de praktische waarde van de inlichtingen, waarbij beklemtoond wordt wat het nuttigst voor de gemeente is. Er zal geen mondeling overzicht van de instructielezing worden gehouden.
HOOFDPUNTEN UIT HET BIJBELLEESPROGRAMMA: 6 minuten. Dit onderdeel zal door de schoolopziener of een andere door hem aangewezen, bekwame ouderling behandeld worden. Dit dient niet slechts een samenvatting van het toegewezen leesgedeelte te zijn. Help de toehoorders, na een kort algemeen overzicht van de toegewezen hoofdstukken te hebben gegeven, te beseffen waarom en hoe de inlichtingen waardevol voor ons zijn. Betrek zoveel mogelijk de zaal bij de bespreking. Eventuele hoogtepunten uit het hoofdstuk waarop Lezing No. 2 gebaseerd is, zouden na afloop van die lezing besproken kunnen worden. Hierna gaan de leerlingen naar hun verschillende klaslokalen.
LEZING NO. 2: 5 minuten. Een toegewezen gedeelte uit de bijbel wordt door een broeder gelezen. De leestoewijzingen zijn gewoonlijk kort genoeg zodat de leerling in zijn begin- en slotopmerkingen, en zelfs bij passende punten tussendoor, korte verklarende inlichtingen kan geven. Er kunnen punten in worden opgenomen zoals historische achtergrond, profetische of leerstellige betekenis en toepassing van beginselen. Alle toegewezen verzen dienen werkelijk voorgelezen te worden. De stof kan gebracht worden in de vorm van een lezing voor de gemeente, of een jongen kan de stof aan zijn vader of een andere bekwame oudere broeder voorlezen, die dan vragen aan de jongen kan stellen ten einde commentaren uit te lokken over de waarde van de stof.
LEZING NO. 3 en 4: 5 minuten elk. Indien mogelijk zal deze lezing aan zusters worden toegewezen. De leerlingen mogen bij het houden van deze lezingen zitten of staan. De schoolopziener zal één assistent toewijzen, maar er mogen er meer gebruikt worden. De vorm waarin de lezing gegoten wordt, kan betrekking hebben op situaties thuis, in de velddienst, in de gemeente of elders. De zuster die de lezing houdt, mag zelf het gesprek beginnen om even de setting aan te geven, of dit door haar assistent(en) laten doen. Niet de setting maar de stóf dient de voornaamste aandacht te krijgen.
LEZING NO. 5: 5 minuten. Het verdient aanbeveling deze lezing door een broeder met enige ervaring te laten houden. Hij richt zich tot zijn gehele publiek. Hoewel de spreker zijn lezing met behulp van aantekeningen zal houden, mag hij, als hij meent dat dit passend zou zijn, aanhalingen of treffende passages uit het toegewezen materiaal voorlezen. Het zal gewoonlijk het beste zijn wanneer de spreker zijn lezing voorbereidt met het publiek van de Koninkrijkszaal in gedachten, zodat de stof werkelijk leerzaam en nuttig zal zijn voor degenen die ernaar luisteren. Als de stof zich echter voor een andere praktische en passende setting leent, mag de spreker verkiezen zijn lezing dienovereenkomstig uit te werken.
OPMERKINGEN: Na elke oefenlezing (No. 2 tot en met 5) zal de schoolopziener twee minuten hebben om informatieve en praktische punten te belichten die de leerlingen wellicht niet in hun lezing verwerkt hebben. Deze opmerkingen dienen zinvol te zijn en punten te beklemtonen waar de broeders en zusters in hun gezinsleven, op school, op het werk, in de gemeente of wanneer zij in de velddienst staan, iets aan zullen hebben. Af en toe kunnen er aan de toehoorders vragen worden gesteld over punten in het toegewezen materiaal die in praktijk gebracht kunnen worden.
RAADGEVING: Raad zal altijd na afloop van de vergadering aan de leerling persoonlijk gegeven worden. Dit dient niet verzuimd te worden. (Zie Vragenbus, Onze Koninkrijksdienst juni 1978.) Wanneer dit raadzaam schijnt, kunnen hiervoor meer dan twee minuten gebruikt worden.
HET VOORBEREIDEN VAN LEZINGEN: Als het materiaal dit mogelijk maakt, dienen lezingen een goed uitgewerkt thema te hebben. Kies een thema waardoor het materiaal binnen de toegestane tijd zo goed mogelijk behandeld kan worden. Houd bij het voorbereiden van alle lezingen de punten in gedachte die volgens het Raadgevingenbriefje aan de beurt zijn.
TIJDSBEPALING: Geen enkele lezing mag over tijd gaan, en dat geldt ook voor de opmerkingen door de schoolopziener. De lezingen No. 2 tot en met 5 dienen tactvol onderbroken te worden wanneer de tijd om is. Als de schoolopziener iemand aanstelt om het „stopteken” te geven, behoort die persoon erover ingelicht te worden hoe belangrijk het is om nooit te verzuimen dit stopteken te geven wanneer een lezing over tijd gaat. Indien een broeder die toewijzing No. 1 behandelt, over tijd gaat, dient hem persoonlijk raad gegeven te worden. Allen dienen zorgvuldig op hun tijdsbepaling te letten.
SCHRIFTELIJKE OVERZICHTEN: Van tijd tot tijd zal er een schriftelijk overzicht worden gehouden. Neem, om je hierop voor te bereiden, in hoofdzaak het materiaal uit cj, si en my nog eens door en lees het toegewezen bijbelgedeelte uit. Tijdens dit 30 minuten durende overzicht mag alleen de bijbel worden gebruikt. De rest van het uur zal worden besteed aan een bespreking van de vragen en antwoorden. Iedere leerling zal zijn eigen papier nazien en de schoolopziener zal zich er bij het voorlezen van alle antwoorden op toeleggen de vragen die het moeilijkst waren, goed te doen uitkomen, waarbij hij allen zal helpen de antwoorden duidelijk te begrijpen. Als de plaatselijke omstandigheden het om een of andere reden noodzakelijk maken, mag het schriftelijk overzicht een week later gehouden worden dan op het schema staat aangegeven.
GROTE EN KLEINE GEMEENTEN: Gemeenten waar 75 of meer leerlingen voor de school staan ingeschreven, willen er wellicht regelingen voor treffen dat aparte groepjes leerlingen de op het schema vermelde lezingen voor andere raadgevers houden. Laat de leerlingen hun lezinkjes bij toerbeurt in de verschillende zalen houden. Waar dit noodzakelijk is, mogen zusters elke oefenlezing houden, maar dan tegen iemand anders, op de wijze zoals voor lezing No. 3 en 4 is aangegeven.
AFWEZIGEN: Alle gemeenteleden kunnen hun waardering voor deze school tonen door, indien mogelijk, iedere week aanwezig te zijn, hun toewijzingen goed voor te bereiden en deel te nemen aan vraag-en-antwoordbesprekingen. Wij hopen dat alle leerlingen hun toewijzingen gewetensvol zullen bezien. Wanneer een leerling die een lezing moet houden, niet aanwezig is, mag een vrijwilliger de toewijzing behartigen, terwijl hij, naar de mate waarin hij zich op zo’n korte termijn daartoe in staat voelt, de toepassing van het materiaal doet uitkomen. Of de schoolopziener mag de stof behandelen en, wanneer dit passend is, de zaal laten meedoen.
SCHEMA
6 jan. Schriftelijk overzicht. Lees Psalm 61 tot 103 uit
13 jan. Bijbellezen: Psalm 104 tot 106
No. 1: w78 1/6 blz. 19-24. „Nu is het de bestemde tijd om de Universele Soeverein te begroeten.”
No. 2: Psalm 104:1-5, 29-35; 105:1-4
No. 3: td 37A „Hoe was Jezus een ’losprijs voor allen’?”
No. 4: hs blz. 162 §1 tot blz. 164 §6
No. 5: g78 8/6 blz. 27, 28
20 jan. Bijbellezen: Psalm 107 tot 112
No. 1: w78 1/7 blz. 16-24. „Erken Christus’ uiterst belangrijke plaats.”
No. 2: Psalm 110:1-7; 111:1-10
No. 3: td 46B „Hoe kan men de ware religie herkennen?”
No. 4: hs blz. 165 §7 tot blz. 167 §11
No. 5: g78 22/6 blz. 27-29
27 jan. Bijbellezen: Psalm 113 tot 118
No. 1: w78 1/10 blz. 22-30. „’Dienaren van onze God’ en hun helpers in deze tijd.”
No. 2: Psalm 116:1-19
No. 3: td 43A „Bestaat er hoop voor de doden?”
No. 4: hs blz. 168 §12 tot blz. 169 §14
No. 5: g78 8/7 blz. 26-29
3 febr. Bijbellezen: Psalm 119
No. 1: w78 15/8 blz. 18-23. „De aan de paal gehangen Christus, ’de kracht Gods’.”
No. 2: Psalm 119:9-16, 97-105
No. 3: td 47D „Hoe kan iemand Gods rust ingaan?”
No. 4: hs blz. 170 §15 tot blz. 174 §22
No. 5: g78 22/7 blz. 27-29
10 febr. Bijbellezen: Psalm 120 tot 134
No. 1: w78 1/12 blz. 17-22. „Een opstanding des levens en een opstanding des oordeels.”
No. 2: Psalm 120:1-7; 127:1-5
No. 3: td 45E „Zal uiteindelijk iedereen gered worden?”
No. 4: hs blz. 174 §23 tot blz. 176 §27
No. 5: g78 8/8 blz. 27, 28
17 febr. Bijbellezen: Psalm 135 tot 142
No. 1: w78 15/7 blz. 20-24. „Geloof in een opstanding — is het op feiten gebaseerd?”
No. 2: Psalm 139:1-18
No. 3: td 11C „Was Jezus een Godmens?”
No. 4: hs blz. 177 §28 tot blz. 179 §33
No. 5: g78 22/8 blz. 27-29
24 febr. Bijbellezen: Psalm 143 tot 150
No. 1: w78 15/10 blz. 20-24. „De schoonheid van Jehovah’s soevereiniteit.”
No. 2: Psalm 146:1-10; 150:1-6
No. 3: td 20D „Hoe worden Jehovah’s Getuigen gefinancierd?”
No. 4: hs blz. 180 §34 tot blz. 182 §39
No. 5: g78 8/10 blz. 27-29
2 maart Schriftelijk overzicht. Lees Psalm 104 tot 150 uit
9 maart Bijbellezen: Spreuken 1 tot 5
No. 1: cj blz. 4 §1 tot blz. 6 §2
No. 2: Spreuken 3:1-18
No. 3: my verhaal 1
No. 4: td 55B „Is het schriftuurlijk juist mensen te eren?”
No. 5: w78 15/10 blz. 3, 4
16 maart Bijbellezen: Spreuken 6 tot 10
No. 1: cj blz. 7 §1 tot blz. 10 §1
No. 2: Spreuken 8:12-31
No. 3: my verhaal 2
No. 4: td 10A „Is de doop een christelijk vereiste?”
No. 5: w78 1/11 blz. 3-6
23 maart Bijbellezen: Spreuken 11 tot 14
No. 1: cj blz. 11 §1 tot blz. 12 §2
No. 2: Spreuken 14:20-35
No. 3: my verhaal 3
No. 4: td 6B „Heeft men hulp nodig om de bijbel te begrijpen?”
No. 5: w78 15/11 blz. 27, 28
30 maart Bijbellezen: Spreuken 15 tot 19
No. 1: cj blz. 13 §1 tot blz. 15 §1
No. 2: Spreuken 15:1-19
No. 3: my verhaal 4
No. 4: td 8D „Hoe lang duurde Jezus’ aardse bediening?”
No. 5: w78 15/11 blz. 3-5
6 april Bijbellezen: Spreuken 20 tot 23
No. 1: cj blz. 15 §2 tot blz. 17 §2
No. 2: Spreuken 20:1; 23:20-35
No. 3: my verhaal 5
No. 4: td 31A „Wat is de ware kerk en haar fundament?”
No. 5: g78 22/9 blz. 27-29
13 april Bijbellezen: Spreuken 24 tot 27
No. 1: cj blz. 18 §1 tot blz. 21 §2
No. 2: Spreuken 26:1-19
No. 3: my verhaal 6
No. 4: td 48A „Is de ware wetenschap in overeenstemming met de bijbel?”
No. 5: g78 22/12 blz. 26-28
20 april Bijbellezen: Spreuken 28 tot 31
No. 1: cj blz. 21 §3 tot blz. 24 §2
No. 2: Spreuken 31:10-31
No. 3: my verhaal 7
No. 4: td 9A „Waarom sterven alle mensen?”
No. 5: g78 22/10 blz. 27-29
27 april Schriftelijk overzicht. Lees Spreuken 1 tot 31 uit
4 mei Bijbellezen: Prediker 1 tot 4
No. 1: si blz. 106 §1 tot blz. 111 §38. „Spreuken.”
No. 2: Prediker 3:16-22; 4:4-10
No. 3: my verhaal 8
No. 4: td 13B „Wie is de Duivel?”
No. 5: w78 15/12 blz. 6-8
11 mei Bijbellezen: Prediker 5 tot 8
No. 1: cj blz. 24 §3 tot blz. 26 §1
No. 2: Prediker 7:1-18
No. 3: my verhaal 9
No. 4: td 50C „Wat is noodzakelijk om vergeving van God te ontvangen?”
No. 5: w79 1/1 blz. 3-5
18 mei Bijbellezen: Prediker 9 tot 12
No. 1: cj blz. 27 §1 tot blz. 28 §3
No. 2: Prediker 12:1-14
No. 3: my verhaal 10
No. 4: td 1A „Wat is Gods voornemen met de aarde?”
No. 5: w79 1/1 blz. 5-8
25 mei Bijbellezen: Hooglied 1 tot 4
No. 1: cj blz. 29 §1 tot blz. 30 §3
No. 2: Hooglied 2:1-17
No. 3: my verhaal 11
No. 4: td 22A „In welke verhouding staat een christen tot wereldlijke autoriteiten?„
No. 5: w79 15/1 blz. 4-6
1 juni Bijbellezen: Hooglied 5 tot 8
No. 1: cj blz. 31 §1 tot blz. 34 §2
No. 2: Hooglied 8:1-14
No. 3: my verhaal 12
No. 4: td 23A „Waarin bestaan goede werken?”
No. 5: g78 8/11 blz. 27-29
8 juni Bijbellezen: Jesaja 1 tot 4
No. 1: cj blz. 35 §1 tot blz. 36 §2
No. 2: Jesaja 2:1-17
No. 3: my verhaal 13
No. 4: td 19B „Hoe weten wij dat Gods koninkrijk blijvende lichamelijke genezing zal brengen?”
No. 5: g78 22/11 blz. 27-29
15 juni Bijbellezen: Jesaja 5 tot 8
No. 1: cj blz. 37 §1 tot blz. 39 §1
No. 2: Jesaja 6:1-13
No. 3: my verhaal 14
No. 4: td 25C „Wat zijn de vereisten voor hemels leven?”
No. 5: g78 8/12 blz. 27-29
22 juni Bijbellezen: Jesaja 9 tot 13
No. 1: si blz. 112 §1 tot blz. 114 §19. „Prediker”
No. 2: Jesaja 11:1-12
No. 3: my verhaal 15
No. 4: td 24A „Is er hoop voor degenen die zich in de hel bevinden?”
No. 5: g79 8/1 blz. 3-5
29 juni Schriftelijk overzicht. Lees Prediker 1 tot Jesaja 13 uit
6 juli Bijbellezen: Jesaja 14 tot 18
No. 1: cj blz. 39 §2 tot blz. 41 §2
No. 2: Jesaja 14:4-20
No. 3: my verhaal 16
No. 4: td 4B „Hoe beziet God beeldenaanbidding?”
No. 5: w79 15/2 blz. 12-14
13 juli Bijbellezen: Jesaja 19 tot 23
No. 1: cj blz. 42 §1 tot blz. 43 §2
No. 2: Jesaja 21:1-12
No. 3: my verhaal 17
No. 4: td 51A „Hoe moet de bijbel uitgelegd worden?”
No. 5: w79 1/3 blz. 3-5
20 juli Bijbellezen: Jesaja 24 tot 28
No. 1: si blz. 115 §1 tot blz. 117 §18. „Hooglied.”
No. 2: Jesaja 25:1-12
No. 3: my verhaal 18
No. 4: td 28A „Hoe belangrijk is Gods persoonlijke naam?”
No. 5: w79 15/3 blz. 9-12
27 juli Bijbellezen: Jesaja 29 tot 32
No. 1: cj blz. 44 §1 tot blz. 46 §1
No. 2: Jesaja 32:1-18
No. 3: my verhaal 19
No. 4: td 29B „Moeten christenen getuigen van Christus of getuigen van Jehovah zijn?”
No. 5: w79 1/4 blz. 5-8
3 aug. Bijbellezen: Jesaja 33 tot 36
No. 1: si blz. 118 §1 tot blz. 123 §39. „Jesaja.”
No. 2: Jesaja 35:1-10
No. 3: my verhaal 20
No. 4: td 30C „Wie is Jehovah’s grootste profeet?”
No. 5: g79 8/1 blz. 27-29
10 aug. Bijbellezen: Jesaja 37 tot 40
No. 1: cj blz. 46 §2 tot blz. 48 §1
No. 2: Jesaja 40:12-15, 21-31
No. 3: my verhaal 21
No. 4: td 32E „Bevindt het koninkrijk van God zich ’in het hart’ van mensen?”
No. 5: g79 22/1 blz. 27, 28
17 aug. Bijbellezen: Jesaja 41 tot 44
No. 1: cj blz. 48 §2 tot blz. 50 §3
No. 2: Jesaja 43:8-13; 44:14-20
No. 3: my verhaal 22
No. 4: td 34C „Waarom zegt u dat wij in de ’laatste dagen’ leven?”
No. 5: g79 8/3 blz. 27-29
24 aug. Bijbellezen: Jesaja 45 tot 48
No. 1: cj blz. 58 §1 tot blz. 59 §3
No. 2: Jesaja 45:11-19, 22-25
No. 3: my verhaal 23
No. 4: td 57B „Wordt van christenen vereist dat zij de Tien Geboden onderhouden?”
No. 5: g79 22/3 blz. 27, 28
31 aug. Schriftelijk overzicht. Lees Jesaja 14 tot 48 uit
7 sept. Bijbellezen: Jesaja 49 tot 53
No. 1: cj blz. 60 §1 tot blz. 62 §2
No. 2: Jesaja 53:1-12
No. 3: my verhaal 24
No. 4: td 36A „Het leven — Gods gave voor getrouwe dienst.”
No. 5: w79 15/4 blz. 3-5
14 sept. Bijbellezen: Jesaja 54 tot 58
No. 1: cj blz. 63 §1 tot blz. 65 §2
No. 2: Jesaja 55:1-13
No. 3: my verhaal 25
No. 4: td 35A „Waarom verspreidt u bijbelse lectuur?”
No. 5: w79 15/5 blz. 3-5
21 sept. Bijbellezen: Jesaja 59 tot 62
No. 1: cj blz. 66 §1 tot blz. 67 §2
No. 2: Jesaja 61:1-11
No. 3: my verhaal 26
No. 4: td 26F „Wat is de schriftuurlijke zienswijze betreffende polygamie?”
No. 5: w79 1/6 blz. 3-5
28 sept. Bijbellezen: Jesaja 63 tot 66
No. 1: cj blz. 68 §1 tot blz. 69 §1
No. 2: Jesaja 65:13-25
No. 3: my verhaal 27
No. 4: td 38A „Waarom kon Maria niet de ’moeder Gods’ zijn?”
No. 5: w79 15/6 blz. 3-5
5 okt. Bijbellezen: Jeremia 1 tot 3
No. 1: cj blz. 70 §1 tot blz. 71 §2
No. 2: Jeremia 1:4-19
No. 3: my verhaal 28
No. 4: td 3A „Wat is het Avondmaal des Heren?”
No. 5: g79 8/4 blz. 27-29
12 okt. Bijbellezen: Jeremia 4 tot 6
No. 1: cj blz. 72 §1 tot blz. 74 §1
No. 2: Jeremia 5:20-31
No. 3: my verhaal 29
No. 4: td 40B „Hebben alle mensen gelijke gelegenheid tot redding?”
No. 5: g79 8/5 blz. 27-29
19 okt. Bijbellezen: Jeremia 7 tot 9
No. 1: cj blz. 75 §1 tot blz. 76 §1
No. 2: Jeremia 8:8-22
No. 3: my verhaal 30
No. 4: td 49A „Waarom worden ware christenen vervolgd?”
No. 5: g79 22/4 blz. 27-29
26 okt. Bijbellezen: Jeremia 10 tot 13
No. 1: cj blz. 77 §1 tot blz. 79 §1
No. 2: Jeremia 10:1-12, 23-25
No. 3: my verhaal 31
No. 4: td 16C „Is het onjuist tot heiligen te bidden?”
No. 5: g79 22/5 blz. 27, 28
2 nov. Schriftelijk overzicht. Lees Jesaja 49 tot Jeremia 13 uit
9 nov. Bijbellezen: Jeremia 14 tot 17
No. 1: cj blz. 80 §1 tot blz. 82 §3
No. 2: Jeremia 17:1-14
No. 3: my verhaal 32
No. 4: td 44B „Wanneer zullen alle rassenproblemen opgelost worden?”
No. 5: w79 15/7 blz. 3-5
16 nov. Bijbellezen: Jeremia 18 tot 21
No. 1: cj blz. 83 §1 tot blz. 84 §3
No. 2: Jeremia 20:7-18
No. 3: my verhaal 33
No. 4: td 37B „Hoe is Christus’ offer een overeenkomstige losprijs?”
No. 5: w79 1/8 blz. 3-5
23 nov. Bijbellezen: Jeremia 22 tot 24
No. 1: cj blz. 84 §4 tot blz. 87 §1
No. 2: Jeremia 24:1-10
No. 3: my verhaal 34
No. 4: td 46G „Wanneer mensen zeggen: ’Er is in alle religie iets goeds.’”
No. 5: w79 15/8 blz. 3, 4
30 nov. Bijbellezen: Jeremia 25 tot 27
No. 1: si blz. 124 §1 tot blz. 129 §40. „Jeremia”
No. 2: Jeremia 25:27-38
No. 3: my verhaal 35
No. 4: td 43C „Ontving Jezus een opstanding als een mens van vlees en bloed?”
No. 5: w79 15/8 blz. 8, 9
7 dec. Bijbellezen: Jeremia 28 tot 30
No. 1: cj blz. 87 §2 tot blz. 89 §1
No. 2: Jeremia 28:1-14
No. 3: my verhaal 36
No. 4: td 56A „Is Christus’ wederkomst zichtbaar voor mensen?”
No. 5: g79 8/6 blz. 27-29
14 dec. Bijbellezen: Jeremia 31 tot 32
No. 1: cj blz. 89 §2 tot blz. 92 §1
No. 2: Jeremia 32:3-15, 25, 44
No. 3: my verhaal 37
No. 4: td 47C „Is van-huis-tot-huiswerk op de ’sabbat’ juist?”
No. 5: g79 22/6 blz. 27-29
21 dec. Bijbellezen: Jeremia 33 tot 35
No. 1: cj blz. 99 §1 tot blz. 102 §1
No. 2: Jeremia 35:1-11, 18, 19
No. 3: my verhaal 38
No. 4: td 45D „Is ’eens gered, altijd gered’ schriftuurlijk?”
No. 5: g79 8/7 blz. 27-30
28 dec. Schriftelijk overzicht. Lees Jeremia 14 tot 35 uit